8 | Appendix
– Om aan het gebouwbeheersysteem de ontdooiwerking aan te geven, de uitgang A1 instellen op "Ont-
dooien" (WP003 = Ontdooien). Uitgang A1 sluit dan gedurende de ontdooiwerking.
– Maximaal aantal keer starten van de compressor per uur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Maximale aanvoertemperatuur door gebouwbeheersysteem borgen.
– Dauwpuntbewaking of brug aan ingang DPW aansluiten.
– Dauwpuntbewaking door gebouwbeheersysteem borgen.
– Parameters WP053, WP054, WP058 hebben geen uitwerking.
Werkwijze WW lading bij installatieconfiguratie 51
– Warmtepomp kan indien nodig autonoom een WW-lading uitvoeren. De bedrijfsmodus WW-lading
heeft voorrang op de bedrijfsmodus GBS.
– WW-lading kan ongedaan worden gemaakt door verwijdering van de opslagvatvoeler, uitvoering van
de parameterreset en nieuwe systeemconfiguratie.
– In zulk geval, geïntegreerde 3-weg omschakelventiel VW/WW afkoppelen.
Voorbeeld:
– Lucht/water-warmtepomp FHA-Monoblock
– 0 - 10 V-aansturing (op de ingang E2 / SAF)
– Actieve koeling mogelijk
①
IDU
③
Opslagvatvoeler
⑤
Vuilvanger
60 | WOLF GmbH
0 - 10 V
2
1
6
5
4
②
ODU
④
Vuilafscheider met magnetietafscheider
⑥
Terugslagklep
FHA
3
4801851 | 202203