KOOLSTOFBORSTEL CONTROLE
Onderhoudsbenodigdheden voor bezems
(nuttige lengte)
De borstel heeft een oppervlak dat de ring raakt
glijden, en het oppervlak moet zeer glad worden
gehouden.
Als het niet glad is, zullen koolstof en andere stoffen
zich tussen de borstel en de sleepring hechten.
Het oppervlak moet worden gepolijst met
schuurpapier of iets dergelijks, omdat dit probleem
een gevaar kan opleveren.
De bruikbare lengte van de borstel is 5~11 mm, en
bij
Vervang de borstel daarom door een nieuwe borstel
als hij 5 mm of minder lang is.
Deze operatie moet worden uitgevoerd, want als de
lengte van de borstel wordt verkort, zal de
contactdruk met de sleepring afnemen, waardoor
het rendement van de generatorset en de
uitgangsspanning daalt.
Controleer de borstel elke 500 uur op
Bevestig de lengte.
Controleer ook de borstellengte in het geval van een
storing in de generator, bijvoorbeeld als er geen
stroom wordt gegenereerd of als de spanning laag
is.
Demontage
1. Verwijder vervolgens de twee flensbouten (M5 x
20).
verwijder de steunafdekking.
2. Verwijder vervolgens de twee flensbouten (M5 x
16).
verwijder de bezem.
Montage
1. Terwijl u de borstel tegen de sleepring drukt, zet
u deze vast (1,5~2N•m) door hem vast te draaien
met de twee flensbouten (M5 x 16).
Controleer daarbij of de borstel in de juiste positie
staat ten opzichte van de glijring.
2. Bevestig de beugelafdekking (3~4N•m) door deze
vast te draaien met de twee flensbouten (M5 x 20).
PERIODIEKE WERKING EN
INSPECTIE
Bij het leveren van het generatoraggregaat als
noodstroombron is periodieke bediening en keuring
noodzakelijk.
Brandstof (benzine) en motorolie wel
na verloop van tijd verslechteren, en dit zal leiden
tot moeilijk starten van de motor en onjuiste werking
en motorstoringen.
WAARSCHUWING
Aangezien de brandstof (benzine) na verloop
van tijd zal verslechteren, dient u de brandstof
(benzine) regelmatig te vervangen door verse
brandstof; een verandering om de drie (3)
maanden wordt aanbevolen.
Controleer brandstof (benzine), motorolie en
het luchtfilter.
Start de motor.
Laat de motor langer dan tien minuten draaien met
een apparaat zoals een lampje aan.
Controleer de volgende punten;
■ Correcte werking van de motor.
■ Voldoende output en indicator brandt correct.
■ Motorschakelaar werkt
normaal gesproken.
■ Geen motorolie- en brandstoflekkage
(essence).
TRANSPORT / OPSLAG
Zorg er bij transport van het generatoraggregaat
voor dat de brandstof (benzine) uit de tank wordt
afgetapt.
WAARSCHUWING
■
Om het morsen van brandstof door trillingen
en stoten te voorkomen, vervoert u de
generatorset nooit met brandstof (benzine) in de
tank.
■
Bevestig de reservoirdop stevig.
■
Om elk risico van ontvlambaarheid te
vermijden
benzine, laat het stroomaggregaat nooit achter
op een plek die is blootgesteld aan direct
zonlicht of hoge temperaturen.
lang hoog.
■
Bewaar brandstof (benzine) tijdens transport
in een exclusieve benzineopslagtank van staal.
Zet de motorschakelaar in de stand
UIT "UIT".
Tap de brandstof uit de tank af.
Bevestig de dop van het reservoir.
WAARSCHUWING
■
Plaats geen zware voorwerpen op het
stroomaggregaat.
■
Kies en plaats het stroomaggregaat in de
juiste positie van het transportvoertuig zodat het
stroomaggregaat dat niet is
niet verlaagd of vallend.
Bevestig het stroomaggregaat indien nodig met
een touw.
17