ii900/ii910
Gebruiksaanwijzing
Firmware-update
Er zijn belangrijke firmware-updates beschikbaar voor de Imager.
Sluit de Imager aan op Fluke Connect Desktop of ga naar
www.fluke.com
voor de meest recente firmwareversie.
Bijwerken met Fluke Connect Desktop:
1.
Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de Imager op een
pc aan te sluiten waarop de huidige versie van de Fluke
Connect Desktop-software is geïnstalleerd.
Fluke Connect Desktop-software detecteert de aangesloten
Imager, controleert de firmwareversie en werkt de Imager bij
als er een nieuwere firmwareversie beschikbaar is.
Fluke Connect Desktop vereist een internetverbinding voor
het downloaden van een nieuwe firmwareversie.
De Imager toont een pop-upbericht om de update te
bevestigen.
2.
Tik ter bevestiging op YES en start de firmware-update.
De Imager toont een pop-upbericht om de Imager opnieuw te
starten.
3.
Tik op YES om de Imager opnieuw te starten.
Bijwerken met een .swu-bestand:
1.
Download de firmware-update (.swu-bestand) van de Fluke-
website naar een pc.
2.
Sluit de Imager met de meegeleverde USB-kabel aan op de
pc waarop het bestand met de nieuwe firmware-update staat.
Er wordt een USB-station toegevoegd aan de lijst met stations
op uw pc.
3.
Kopieer het bestand (.swu) met de firmware-update van de pc
naar de hoofdmap (/Gebruikersgegevens/) van het
toegevoegde USB-station.
4.
Wanneer het bestand is gekopieerd, verwijdert u de USB-
kabel uit uw pc.
De Imager toont een pop-upbericht om u te informeren dat er
een firmware-update is gevonden.
18
5.
Tik ter bevestiging op YES en start de firmware-update.
De Imager toont een pop-upbericht om de Imager opnieuw te
starten.
6.
Tik op YES om de Imager opnieuw te starten.
Onderhoud
De Imager vereist geen routinematig onderhoud.
W Let op
De optische oppervlakken van de lens zijn
voorzien van hoogwaardige optische lagen.
Vermijd elk contact met deze oppervlakken en
bescherm deze oppervlakken tegen vuil en
beschadiging.
De behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een schone, vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddelen, isopropylalcohol of oplosmiddelen om de
behuizing, de lens of het venster te reinigen.
Geluidssensor onderhouden
W Let op
De Imager heeft zeer gevoelige geluidssensoren.
Stel de sensoren niet bloot aan water of andere
vloeistoffen, stof en andere verontreinigingen.
Vochtconcentratie of vuilophoping in de sensor
beïnvloedt de prestaties.
Bescherm de geluidssensor altijd met de meegeleverde kap
wanneer de Imager niet wordt gebruikt. Vermijd vet of vloeistoffen
op de microfoons. Als de microfoons vuil of verstopt zijn, reinigt u
deze voorzichtig met een persluchtpistool op lage druk en op een
afstand van 25 tot 30 cm (10 tot 12 inch). Vermijd een te hoge
luchtdruk.