ii900/ii910
Gebruiksaanwijzing
Basisbediening
De Imager werkt net als een 'point-and-shoot'-camera.
W Let op
Plaats uw hand niet op de geluidssensor en zorg
ervoor dat de sensor niet wordt geblokkeerd.
Plaats altijd de sensorkap wanneer het product
niet wordt gebruikt.
1.
Verwijder de sensorkap voor gebruik van het instrument.
O
2.
Houd
gedurende >2 seconden ingedrukt.
3.
Richt de camera op het te testen gebied.
De ideale afstand is 1 m tot 8 m (3 ft tot 26 ft). Bij een goede
zichtlijn >8 m tot ≤21 m (>26 ft tot ≤70 ft).
4.
Selecteer een band op het frequentiespectrum aan de
rechterkant van het display. Zie
5.
Wijzig de bandbreedte door de randen te verschuiven of
verplaats de band door het midden van de band te
verschuiven.
6.
De optimale band is afhankelijk van de omgeving en de
toepassing. Begin bijvoorbeeld voor het opsporen van lucht-
of gaslekken met een band van 35 kHz en een breedte van
5 kHz.
Opmerking
Hoge frequentiepieken in de geselecteerde band
kunnen worden veroorzaakt door andere bronnen dan
een lek of deelontlading. Verplaats in dit geval de band
naar een ander frequentiebereik.
Als een sterke geluidsbron buiten het beeldoppervlak ligt,
toont het display een cirkelvormig patroon (bloem) van
hotspots op de SoundMap. Scan in dit geval rondom naar
de geluidsbron.
16
Tabel
4.
Tabel 4. Frequentieband instellen
1
Onderdeel
A
Frequentieband
Binnen het spectrum verplaatsen: Raak het midden
van het vak aan tot de pijlen worden weergegeven.
B
Schuif het vak omhoog en omlaag om het
frequentiebereik te verplaatsen.
Bovengrens aanpassen: Raak de bovenrand van
het vak aan tot de pijlen worden weergegeven.
C
Schuif de rand omhoog om de bovengrens van het
frequentiebereik te wijzigen.
Ondergrens aanpassen: Raak de onderrand van het
vak aan tot de pijlen worden weergegeven. Schuif
D
de rand omlaag om de ondergrens van het
frequentiebereik te wijzigen.
Maximaal frequentiebereik:
ii900 ...........52 kHz
ii910 ...........100 kHz
2
3
4
Beschrijving