→ Bij de laatste instelling worden de apparaten die zich in uw netwerk
bevinden weergegeven. Markeer de apparaten die u wilt toevoegen. Voer de
apparaatnaam (naar wens) in. De gebruikersnaam zal admin zijn en het
wachtwoord is het wachtwoord dat u tijdens de WiFi-confugaratie op de app
hebt ingesteld. Klik op Beëindigen wanneer u klaar bent.
7.2 Aanmelden en apparaat toevoegen
→ Het PC-software start automatisch. Een aanmeldingsvenster verschijnt.
Klik op Aanmelden als u Lokaal aanmelden in de Installatiegids selecteert.
→→ Als u Via cloud aanmelden kiest, voer het e-mailadres en het
wachtwoord, dat u in de app hebt aangemaakt, in.
Opmerking: Het voordeel van Via cloud aanmelden is dat al uw toegevoegde
apparaten in uw account direct op de PC-software worden weergegeven.
→→ Als u Lokaal aanmelden kiest, ga naar apparatenbeheer en kies het
apparaat dat u wilt toevoegen. Als u het apparaat reeds hebt toegevoegd, zult
u het in de lijst aan de rechterkant zien. Markeer het toegevoegde apparaat
door erop te klokken en kies Bewerken. Voer het camerawachtwoord in dat u
tijdens de WiFi-configuratie via de app hebt moeten wijzigen.
25