AANSLUITING OP DE ENERGIEBRONNEN
tie gecontroleerd moet worden vol-
gens de normen die in het land van
installatie van kracht zijn.
De elektricien-technicus die de
algemene elektrische installatie
voorziet, moet garanderen dat de in-
stallatie aan de normen beantwoordt
wat betreft rechtstreeks en onrecht-
streeks contact.
De elektricien-technicus moet er-
voor zorgen om alle verschillende
massa's op dezelfde potentiaal
aan te sluiten, om zo een goed
"equipotentiaal" aardingssysteem te
hebben op de plaats waar de verschil-
lende apparaten worden geïnstalleerd.
Voor de aansluiting van het ap-
paraat op het "equipotentiale"
systeem van het lokaal is het
noodzakelijk dat men zorgt voor een
geel/groene elektrische kabel, ge-
schikt voor het vermogen van de geïn-
HANDELINGEN VOOR DE INBEDRIJFSTELLING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De operatoren zijn verplicht zich
door middel van deze handlei-
ding goed te informeren alvo-
rens enige handeling te verrichten en
daarbij de specifieke veiligheidsvoor-
schriften in acht te nemen om elke
vorm van interactie mens-machine
veilig te maken.
Elke technische wijziging heeft
een impact op de werking of de
veiligheid van de machine en
moet derhalve alleen worden verricht
door technisch personeel van de fabri-
kant of door deze uitdrukkelijk ge-
machtigde technici. Zo niet, wordt elke
aansprakelijkheid af voor wijzigingen
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
stalleerde uitrustingen.
Het plaatje "Equipotentiaal" van het
apparaat bevindt zich gewoonlijk op
het paneel ervan, in de buurt van het
systeem voorzien voor de koppeling.
Wanneer u die hebt gevonden (zie
schematische tekening voor de cor-
recte plaats), voert u de aansluiting uit.
1. Sluit het ene uiteinde van de elek-
trische massakabel (de kabel moet
met de dubbele geel/groene kleur
gemarkeerd zijn) aan op het sys-
teem voorzien voor "equipotentia-
le" koppeling van het apparaat (zie
schematische tekening afb. 1).
2. Sluit het andere uiteinde van
de
elektrische
op het systeem voorzien voor de
"equipotentiale" koppeling van de
plaats waar het apparaat wordt ge-
installeerd (afb. 2).
of schade die daaruit zou kunnen ont-
staan door de fabrikant afgewezen.
Ook na het vergaren van de be-
nodigde informatie is het noodza-
kelijk om, bij het eerste gebruik
van de apparatuur, enkele testhande-
lingen te verrichten om de belangrijkste
functies van de apparatuur, zoals bij-
voorbeeld de in- en uitschakeling, snel-
ler te onthouden.
De apparatuur wordt voor de le-
vering door de fabrikant getest
en is ingesteld voor het op het
aanwezige typeplaatje weergegeven
type gas en elektrische voeding.
- 15 -
massakabel
aan
4.
NL
5.