8.
ROUTINEONDERHOUD
Troubleshooting
Wanneer het apparaat niet correct werkt, probeer dan de meer bescheiden problemen op te
lossen met behulp van deze tabel
PROBLEEM
Het gasapparaat gaat niet aan
Er zijn vlekken in de berei-
dingskamer
De pilootbrander gaat niet aan
De pilootbrander gaat aan maar
de vlam blijft niet aan
Het apparaat kookt niet naar
behoren
De vlam van de brander gaat
tijdens de werking uit
De bak wordt niet met water
gevuld
Kanteling bak geblokkeerd
De verlichte indicatoren blijven
uit.
Indien het niet mogelijk is om de oorzaak van het probleem op te lossen, moet men het apparaat
uitschakelen en alle voedingskranen sluiten, neem daarna contact op met de technische dienst
voor assistentie
DEZE HANDLEIDING IS HET EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEEL TELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN
MOGELIJKE OORZAAK
•
Gaskraan gesloten
•
Er zit lucht in de leidingen
•
Kwaliteit van het water
•
Minderwaardig detergent
•
Onvoldoende nagespoeld
• Controleer het circuit van de
piëzo-elektrische ontsteking
• De pilootbrander is verstopt
• Gaskraan gesloten
• Gaskraan of thermostaat be-
schadigd
• Thermokoppel beschadigd
• Veiligheidsthermostaat in wer-
king getreden
• Gasklep beschadigd
• Problemen met betrekking tot
de druk van het gas
• Plaatsing bol thermostaat ga-
sklep
• Gasklep
• Controleer het type van de bak
(ijzer, roestvrij staal, compound)
• Problemen met de gasdruk
• Primaire lucht niet geschikt
• Verkeerde straalpijpen
•
De kraan van het waternet is
gesloten.
•
Kantelsysteem beschadigd
•
De hoofdschakelaar is niet in-
geschakeld.
•
De differentiaal en / of de
magneetthermische
ging is doorgeslagen.
- 26 -
26
INTERVENTIE
•
Open de gaskraan
•
Herhaal de handelingen om
aan te steken
•
Gebruik het specifieke reini-
gingsmiddel
•
Herhaal het naspoelen
• Vervang de kabel, de ontsteking-
sbougie of het piëzo-elektrische
element
• Vervang/reinig de straalpijp van
de pilootbrander
• Open de gaskraan
• Vervang de kraan of de thermo-
staat (zie hfdst.7)
• Servang de thermokoppel
• Deblokkeer de veiligheidsther-
mostaat
• Vervang de gasklep
• Controleer de gasdruk op het
mondstuk
• Plaats de bol in de correcte positie
• Neem contact op met de erkende
servicedienst
• Controleer de dynamische ga-
sdruk (alle machines aan)
• Regel de primaire lucht
• Vervang de straalpijpen
•
Open de kraan van het water-
net.
• Neem contact op met de erken-
de servicedienst
•
Schakel de hoofdschakelaar
in.
•
Herstel de differentiaal en / of
beveili-
de magneetthermische bevei-
liging.