7 Ingebruikname
6.1.2
2e Diagnoseniveau activeren
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het 2e diagno-
seniveau kunnen tot schade aan de CV-in-
stallatie leiden.
▶
De toegang tot het 2e diagnoseniveau
mag u alleen gebruiken als u een erkende
installateur bent.
1.
Activeer de diagnosecodes. (→ Pagina 13)
2.
Wijzig de waarde onder d.97 naar 17 (wachtwoord) en
sla deze op.
◁
In het 2e diagnoseniveau wordt alle informatie van
het 1e diagnoseniveau en het 2e diagnoseniveau
weergegeven.
Aanwijzing
Als u binnen 4 minuten na het verlaten van
het 2e diagnoseniveau de toetsen i en +
indrukt, komt u zonder het wachtwoord nog
een keer in te hoeven voeren direct weer in
het 2e diagnoseniveau.
6.2
Testprogramma's gebruiken
Door verschillende testprogramma's te activeren, kunnen
speciale functies geactiveerd worden.
Testprogramma's (→ Pagina 29)
6.2.1
Testprogramma's activeren
1.
Draai de hoofdschakelaar op l en houd tegelijkertijd de
toets + 5 seconden lang ingedrukt.
◁
P.0 wordt weergegeven op het display.
Kies met de toetsen + en − het gewenste testpro-
2.
gramma.
3.
Druk om te bevestigen op de toets i.
◁
Het gekozen testprogramma wordt gestart.
4.
Druk tegelijk op de toetsen i en + om testprogramma de
beëindigen.
Aanwijzing
Als u 15 seconden lang op geen enkele toets
drukt, wordt het actuele programma auto-
matisch afgebroken en het startscherm ver-
schijnt.
14
6.3
Statuscodes weergeven
De statuscodes geven de actuele bedrijfstoestand van het
product weer.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 29)
6.3.1
Statuscodes oproepen
1.
Druk op de toets i.
Statuscodes - overzicht (→ Pagina 29)
◁
De actuele bedrijfstoestand S.XX wordt op het
display weergegeven.
2.
Druk op de toets i of druk 4 minuten lang geen toets in,
om naar de basisweergave terug te keren.
7
Ingebruikname
7.1
Product inschakelen
▶
Schakel de hoofdschakelaar op l.
◁
De basisweergave verschijnt op het display.
7.2
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶
Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶
Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶
Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶
Controleer visueel het cv-water.
▶
Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶
Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
▶
Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of monteer een magneetfilter.
▶
Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶
Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
▶
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Vul- en bijvulwater controleren
▶
Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
▶
Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
Installatie- en onderhoudshandleiding thermoCOMPACT 0020214274_05