12.
BEDIENING
Na aanzetten stelt het apparaat automatisch de cuffdruk in op 25 hPa. De huidige cuffdruk wordt weergegeven op het
beeldscherm.
Als de druk daalt, past het apparaat onmiddellijk de druk aan tot de doelwaarde.
Als de druk stijgt, wordt het apparaat automatisch bijgesteld tot de doelwaarde met een vertraging van 5 seconden.
LET OP
Bij herhaaldelijk bewegen van de patiënt kan het leiden tot fluctuatie van de cuffdruk. Het apparaat kan deze fluctuatie
compenseren, dit kan echter wel leiden tot een kortere levensduur van het apparaat.
Het apparaat geeft een akoestisch en visueel alarm als de doelwaarde niet gehaald wordt, als bijvoorbeeld de beade-
mingsbuis losgekoppeld is of als er een lekkage is.
Verbind de stroomvoorzieningseenheid met het apparaat.
Bevestig het apparaat met de universele klem aan de standaardrail.
Verbind de stroomvoorzieningseenheid met de netstroomvoorziening.
Verbind de verbindingsbuis met het apparaat.
Verbind de geïntubeerde beademingsbuis met de verbindingsbuis.
WAARSCHUWING
Om het verlies van druk te voorkomen, mag de verbindingsbuis niet losgekoppeld worden van het apparaat en
/ of de beademingsbuis.
LET OP
Zorg ervoor dat de verbindingsbuis niet samengedrukt, gedraaid of losgekoppeld wordt.
Zet het apparaat aan met de Aan/Uit-knop.
U hoort een korte BEEP toon.
WAARSCHUWING
De arts moet het functioneren van de beademingsbuis controleren en de ideale cuffdruk voor de beademingsbuis
vaststellen aan de hand van gebruikelijke methodes. Als (een) hogere ventilatiefrequenties en / of ventilatiedruk
gebruikt worden, kan het zijn dat na het instellen van de cuffdruk de afsluiting met de luchtpijp niet strak is.
Controleer opnieuw de ideale cuffdruk van de beademingsbuis na een paar minuten.
Met de automatische instelfunctie wordt de manchet van de beademingsbuis opgeblazen tot 25 hPa (overeenkomend
met 25 cmH
O of 18 mmHg) nadat het apparaat is aangezet.
2
Huidige literatuur raadt de volgende cuffdruk aan:
Volwassenen: 20 tot 30 hPa (overeenkomend met 20 tot 30 cmH
•
Kinderen: 10 hPa (overeenkomend met 10 cmH
•
Pas de cuffdruk aan met de plus- of minknop.
Extubatie
Om te voorkomen dat het luchtpijpslijmvlies beschadigd wordt, moeten de volgende stappen gevolgd worden:
Zet het apparaat uit met de Aan/Uit-knop.
Zet het apparaat uit met de Aan/Uit-knop.
Koppel de verbindingsbuis los van de beademingsbuis.
WAARSCHUWING
Ontlucht de beademingsbuis volledig met een injectiespuit.
Voer extubatie uit aan de hand van gebruikelijke procedures.
Alarmsysteem
Als een alarm geactiveerd wordt, klinkt er een waarschuwingsgeluid en knippert de weergave. De fout wordt weergege-
ven op het beeldscherm (zie paragraaf "Oplossen van problemen").
Het akoestische alarm kan 30 seconden onderdrukt worden met de dempknop van het alarm.
Als de fout niet opgelost is, klinkt het akoestische alarm opnieuw.
O of 15 tot 22 mmHg)
2
O of 7 mmHg)
2
- 12 / 48 -