Body Mass Index (queteletindex)
De Body Mass Index (BMI) is een getal dat vaak wordt gebruikt voor de beoordeling van het lichaams-
gewicht. Het getal wordt berekend met de waarden van het lichaamsgewicht en de lichaamslengte.
De formule hiervoor is: Body Mass Index = lichaamsgewicht ÷ lichaamslengte
daarom [kg/m
]. De gewichtsindeling op basis van de BMI wordt bij volwassenen (vanaf 20 jaar) aan de
2
hand van de volgende waarden bepaald:
Categorie
Ondergewicht
Normaal gewicht
Overgewicht
Obesitas (overgewicht)
Lichaamsvetpercentage
Bij sporters wordt vaak een lagere waarde vastgesteld. Afhankelijk van de beoefende sport, de trainings-
intensiteit en de lichamelijke constitutie kunnen waarden worden bereikt, die nog onder de vermelde richt-
waarden liggen. Houd er echter rekening mee dat er bij extreem lage waarden sprake kan zijn van gevaar
voor de gezondheid.
De volgende lichaamsvetwaarden in % geven u een richtlijn (raadpleeg voor meer informatie uw arts).
Man
Leeftijd weinig
normaal
10 – 14
< 11 %
11–16%
15 – 19
<12 %
12 –17%
20 – 29
<13 %
13 -18 %
30 – 39
<14 %
14 -19 %
40 – 49
<15 %
15 – 20 % 20,1– 25 % >25 %
50 – 59
<16 %
16 – 21% 21,1– 26 % >26 %
60 – 69
<17 %
17– 22 % 22,1– 27 % >27 %
70 -100 <18 %
18 – 23 % 23,1– 28 % >28 %
percentage lichaamswater
Het lichaamswater in % ligt normaal gesproken binnen de volgende bereiken:
Man
Leeftijd
slecht
10 – 100
< 50 %
Lichaamsvet bevat relatief weinig water. Bij personen met een hoog lichaamsvetpercentage kan het per-
centage lichaamswater daarom onder de richtwaarden liggen. Bij duursporters kunnen de richtwaarden
vanwege een laag vetpercentage en een grote spiermassa juist overschreden worden.
De bepaling van het lichaamswater met deze weegschaal is niet geschikt om medische conclusies te trek-
ken over bijvoorbeeld leeftijdsgebonden vochtophopingen. Raadpleeg indien nodig uw arts. Lichaams-
water mag niet bij de andere aandelen opgeteld worden, omdat het ook in de andere analysewaarden
(lichaamsvet, spiermassa) is opgenomen.
Sterk ondergewicht
Matig ondergewicht
Licht ondergewicht
Pre-obesitas
Obesitas niveau I
Obesitas niveau II
Obesitas niveau III
zeer
veel
veel
16,1– 21% >21 %
17,1– 22 % >22 %
18,1– 23 % >23 %
19,1– 24 % >24 %
goed
zeer goed
50 – 65 %
>65 %
Vrouw
Leeftijd weinig
10-14
<16 %
15-19
<17 %
20-29
<18 %
30-39
<19 %
40-49
<20 %
50-59
<21 %
60-69
<22 %
70-100
<23 %
Vrouw
Leeftijd
slecht
10 - 100
<45 %
10
. De eenheid voor BMI is
2
BMI
<16
16-16,9
17-18,4
18,5-24,9
25-29,9
30-34,9
35-39,9
≥40
normaal
veel
16 – 21% 21,1– 26 % >26%
17– 22 % 22,1– 27 % >27 %
18 – 23 % 23,1– 28 % >28 %
19 – 24 % 24,1– 29 % >29 %
20 – 25 % 25,1– 30 % >30 %
21– 26 % 26,1– 31 % >31 %
22 – 27 % 27,1– 32 % >32 %
23 – 28 % 28,1– 33 % >33 %
goed
zeer goed
45 – 60 %
>60 %
zeer
veel