REINIGING VAN UITEINDEN
De reinigingsvinger gaat naar de volgende rol zodra de benaderingssensor wordt bediend door
de wagen. De positie van de sensor is instelbaar doordat beugel van sleufgaten is voorzien.
Om te voorkomen dat de uiteinden van de spiraalrollen teveel 'aangroeien', kunnen deze
worden voorzien van korte schrapers (PN 10860400):
EXTRA REINIGING
Om de rollen vaker te reinigen kan een tweede tweede kar met pen in de rail
gemonteerd worden (PN 10860370/0).
34