K-r_OPM_DUT.book Page 149 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
• Het instelscherm [Inv brandp afstand] verschijnt niet wanneer een objectief
wordt gebruikt waarvan de informatie zoals de brandpuntsafstand
automatisch kan worden verkregen.
• Als u een objectief gebruikt zonder een positie s op de diafragmaring,
of als de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s, stelt
u [22. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 4] in op
[Toegestaan]. (p.325)
• Het effect van Shake Reduction is afhankelijk van de opnameafstand
en de informatie over de brandpuntsafstand. De functie Shake Reduction
werkt wellicht minder effectief dan verwacht bij het maken van opnamen
op korte afstand.
1
Stel de brandpuntsafstand
in met de vierwegbesturing
(45) of de e-knop.
U kunt voor instelling van
de brandpuntsafstand een keuze
maken uit de volgende 34 waarden.
(De standaardinstelling is 35 mm.)
8
10 12 15 18 20 24 28 30 35
40 45 50 55 65 70 75 85 100 120
135 150 180 200 250 300 350 400 450 500
550 600 700 800
• Als de brandpuntsafstand van uw objectief hierboven niet wordt genoemd,
kiest u de waarde die het dichtst ligt bij de werkelijke brandpuntsafstand
(bijvoorbeeld: [18] voor 17 mm en [100] voor 105 mm).
• Als u een zoomobjectief gebruikt, kiest u de feitelijke brandpuntsafstand bij
de zoominstelling op dezelfde manier.
2
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Kies [Inv brandp afstand] in het menu [A Opnamemodus 4] om de instelling
voor de brandpuntsafstand te wijzigen (p.92).
Inv brandp afstand
120
100
135
MENU
Annul.
149
4
OK
OK