K-r_OPM_DUT.book Page 112 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
112
• Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de
belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.121)
• De sluitertijd kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW.
Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
• De juiste belichting kan met de geselecteerde sluitertijd mogelijk niet worden
verkregen als de gevoeligheid ingesteld is op [Vaste waarde] (p.102).
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker
is, begint de diafragmawaarde
te knipperen in het statusscherm
en in de zoeker. Is het onderwerp
4
te licht, kies dan een kortere sluitertijd. Bij een te donker onderwerp
kiest u een langere sluitertijd. Wanneer de diafragmawaarde ophoudt
met knipperen, kunt u de opname maken met de juiste belichting.
Gebruik een in de handel verkrijgbaar ND-fliter (Neutral Density) als het
onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
Gebruik van de stand c (Diafragmavoorkeuze)
Stel de diafragmawaarde in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen.
De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker)
wanneer het diafragma op een hoge waarde, een kleine objectiefopening,
wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond
zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde, een grotere
objectiefopening, wordt ingesteld.
Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch
op de juiste belichting ingesteld.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.100)