Bediening met master-mindisc
1
Plaats een master-minidisc.
Vergis u niet en plaats niet de andere minidisc waar-
naar u de tekens wilt overbrengen.
2
Druk op de EDIT toets terwijl het toestel gestopt is
om "NAME STAMP" te selecteren.
3
Druk op de ENTER/SYNC toets.
Druk op de /:OFF toets om de bediening te annuleren.
4
Druk nogmaals op de ENTER/SYNC toets.
5
Verwijder de master-minidisc wanneer "CHANGE
MD" op het display van de draagbare MD-recorder
wordt getoond.
Verwijder de minidisc zonder de stroom uit te schake-
len. De bediening wordt geannuleerd indien u de
stroom uitschakelt.
Bediening met de andere minidisc waarop u de na-
men wilt stempelen
6
Plaats de andere minidisc.
7
Druk op de ENTER/SYNC toets.
De draagbare MD-recorder schakelt in de stopfunctie
nadat alle gegevens voor de namen op de disc zijn ge-
stempeld.
Opmerking:
Indien het totaal aantal fragmenten op de master-mini-
disc niet overeenkomt met de andere minidisc waarnaar
u de namen wilt overbrengen, zal "Can'tSTAMP" op het
display van de draagbare MD-recorder verschijnen en de
stroom vervolgens worden uitgeschakeld.
U moet in dat geval het aantal fragmenten van de andere
minidisc veranderen met een van de montagefuncties
zodat het aantal gelijk is.
NEDERLANDS
N-36