Onderhoudsschema
REGELMATIG
ONDERHOUDSPERIODE (3)
gebruik
Onderdeel ; Uitvoeren na iedere
aangegeven maand of bedrijfsuren,
al naar gelang hetgeen zich het
eerste voordoet
Peil controleren
•
Motorolie
Verversen
Inspecteren
•
Luchtfilter
Schoonmaken/
Vervangen *
Bediening
Controleren
vliegwielrem
Remblokje
Controleren/
vliegwiel
Bijstellen
Schoonmaken/
Bijstellen
•
Bougie
Vervangen
Vonkenvanger
Schoonmaken
(optie)
Stationair
Controleren/
•
toerental
Bijstellen
Controleren/
•
Klepspeling
Bijstellen
Brandstof-
•
Schoonmaken
tanken filter
Brandstof-
•
Controleren
leiding
•
Onderdelen die te maken hebben met de emissie.
*
Het is mogelijk alleen het papierfilter te vervangen.
(1) Regelmatiger onderhoud bij gebruik in stoffige omgeving.
(2) Deze onderdelen moeten onderhouden worden door een Honda dealer,
tenzij de eigenaar het juiste gereedschap en voldoende mechanische
kennis bezit. Zie de Honda Shop handleiding voor onderhoudsprocedures.
(3) Houd bij commercieel gebruik de draaiuren bij om de juiste intervallen voor
onderhoud te kunnen bepalen.
N a
Na
Ledere
Ledere
jeder
eerste
3
6
maand
maanden
maanden
of
of
of
20
50
100
draaiuren
draaiuren
draaiure
draaiuren
( 1 )
(2)
(2)
ledere 2 jaar (2) (vervang indien nodig)
15
Brandstof
Deze motor moet op loodvrije benzine of benzine met een laag
Leder
Zie
loodgehalte lopen. Loodvrije benzine produceert minder motor- en
jaar
p.
bougie-afzetting en verlengt de duur van het uitlaatsysteem.
of
300
Benzine is uiterst brandbaar en explosief en u junt zich
18
branden of ernstig verwonden tijdens het bijvullen.
19
• Zet de motor af en houd hitte, vonken en vlammen op
afstand.
20
• Alleen buiten bijtanken.
• Gemorste benzine direct opruimen.
21
7
OPMERKING
Brandstof kan de verf en sommige plastieksoorten aantasten. Zorg
-
ervoor dat u tijdens het bijvullen geen brandstof morst. Schade die
veroorzaakt is door gemorste brandstof valt niet onder de garantie.
22
Gebruik nooit oude of vuile benzine of olie/benzinemengsels.
Vermijd vuil of water in de brandstoftank.
22
Brandstof bijvullen
24
1.Verwijder de dop van de brandstoftank (1).
2.Giet brandstof in de hals van
(2)
23
de brandstoftank, tot aan de
bodem van het peilglas (2).
(2)
-
N i e t t e v e e l b r a n d s t o f
bijvullen. Ruim de gemorste
(2)
-
brandstof op voordat u de
motor start.
Capaciteit brandstoftank:
l
1.0
l
2.0
(GXV140)
(GXV160K1)
16
(2)
(1)