Schoonmaken
1.Verwijder de kap van het luchtfilter en het schuimfilterelement
zoals beschreven in de inspectie procedure.
2.Verwijder het papieren element van de bodem van het luchtfilter.
3.Papieren element: verwijder het vuil door het element op een
hard oppervlak te kloppen of door perslucht (niet meer dan 207
kPa) aan de kant van het scherm door het filter te blazen.
Probeer het vuil nooit door borstelen te verwijderen omdat dan
het vuil in de vezels terechtkomt. Vervang het papieren element
als dit erg vuil is.
4.Schuimelement : maak het schuimelement schoon in een warme
zeepoplossing of in een onbrandbaar oplosmiddel. Spoel het
vervolgens schoon en laat het goed drogen. Geen benzine als
schoonmaakmiddel gebruiken omdat dit het risico van brand of
ontploffing vergroot.
Voor GXV160K1 uitsluitend: Dompel het element in schone
motorolie en knijp vervolgens alle overtollige olie uit het element.
OPMERKING
Te veel olie zal de luchtstroom door het filter beperken en kan op
het papierfilter komen, waardoor dit nat wordt en verstopt raakt.
(GXV160K1).
5.Verwijder het vuil van de bodem van het luchtfilter en de kap met
een vochtige doek. Zorg ervoor dat geen vuil kan komen in het
luchtkanaal dat naar de carburateur loopt.
6.Installeer alle elementen van het luchtfilter en zorg ervoor dat
alle elementen op de juiste plaats zitten. Zet de kap op het
luchtfilter en draai de vleugelmoer stevig vast (1 voor GXV140, 2
voor GXV160K1).
21
Bougie
Aanbevolen bougies:
NGK: BPR5ES - NIPPONDENSO Co., Ltd.: W16EPR-U
De aanbevolen bougie heeft het juiste hittebereik voor werken met
de motor onder normale temperaturen. De motor kan
beschadigen als een bougie met een verkeerde hittebereik
gebruikt wordt.
Om goed te kunnen werken moet de bougie de juiste
elektrodenafstand hebben en vrij zijn van koolafzetting.
1.Haal de kap (1) van de bougie (2)
en verwijder het vuil van en
rondom de bougie.
2.G e b r u i k
e e n
j u i s t e
bougiesleutel (3) om de bougie te
verwijderen.
3.Inspecteer de bougie. Vervang de
bougie als deze erg beschadigd of
vervuild is, als het afslui- tringetje
in slechte staat is of als de
elektrode versleten is. Als de
bougie opnieuw gebruikt wordt,
maak deze dan met een
staalborstel schoon.
4.Meet de elektrodenafstand met
een geschikte voelermaat. De
juiste afstand is 0,7 - 0,8 mm. Als
d e a f s t a n d b i j g e s t e l d m o e t
worden, buig de zij-elektrode dan
voorzichtig om.
(1)
m a a t
(3)
(2)
0,7 ~ 0,8 mm
22