·
GSIF-resolutie. Kies hier of u de voorkeur geeft aan weergave met 16 of 20/24Bit
dynamiek. De hier ingestelde bit-diepgang geldt zowel voor ASIO- als GSIF-toepassingen.
·
Buffer size. Al naar gelang de systeemprestaties kunt u hier tussen klein (Small), Standard
en grote buffers (Large) kiezen. Zoals hierboven beschreven selecteert u de buffergrootte
"op gehoor" – zijn er drop-outs te horen of werken alle programma's feilloos?
·
Selectie van de output. Hier verdeelt u de uitgangen over de beiden stuurprogramma's.
Cascadeschakeling van meer EWS-systemen en synchronisatie.
Er kunnen maximaal 4 AudioSystems van het type EWS MIC2+, MIC8+, EWS88 MT en EWS88 D
in een computer worden geïnstalleerd en gezamenlijk worden gebruikt. U breidt zo
gemakkelijk het aantal fysieke input- en outputkanalen uit waar u met de meeste Windows-
applicaties ook rechtstreeks toegang kunt hebben. Zo heeft u bij een compleet volgebouwd
systeem met vier EWS-Modellen de beschikking over in totaal 40 input- en outputkanalen –
en dat bij vrijwel gelijkblijvende lage latenties!
Reeds voor de inbouw van de afzonderlijke PCI-systemen zou u uw gedachten moeten laten
gaan over hun toekomstige inzet. Moeten verschillende systemen gezamenlijk binnen een
applicatie worden gebruikt, bijv. onder een ASIO en/of GSIF stuurprogramma, moeten deze
onderling gesynchroniseerd zijn. Synchronisatie betekent dat de systeemkloksnelheid van
een kaart (Master) die van alle overige kaarten (Slave) bepaalt. Let erop dat Sync-ingang van
een EWS88 MT/D System als slave stevig via de kabelverbinding (EWS-Connect) met de
master-kaart c.q. een andere slave-kaart is verbonden. De on-board digitale ingang van de
EWS88 MT/D kan in deze configuratie niet meer worden gebruikt (ook niet in de
"Independent"-modus). Worden er meer EWS MIC2/8+ systemen ingezet dan dienen deze via
hun WordClock-interface gesynchroniseerd te worden. De Sync-In op de bijbehorende EWS88
PCI-kaart wordt dus niet aangesloten. Dit biedt het voordeel dat in de "Independend-modus"
de digitale ingangen van alle MIC-modules afzonderlijk ter beschikking staan. Overige EWS88
MT/D-systemen worden echter in ieder geval via de EWS-Connect met de master-kaart intern
verbonden (zie afbeelding "Master/Slave-gebruik - synchronisatie van meer EWS-systemen").
Aangezien in een master/slave-configuratie alleen nog de masterkaart extern kan worden
gesynchroniseerd, is het in de meeste gevallen zinvol de EWS PCI-kaart van een MIC-module
als systeemmaster vast te leggen.
Mocht u de systemen in verschillende applicaties gebruiken (bijv. een EWS MIC2/8 systeem
onder ASIO in Cubase SX en een EWS88 MT systeem onder een MME-applicatie zoals bijv.
CoolEdit) dan is het beter de systemen niet via hardwareverbindingen te synchroniseren. Een
master/slave opstelling heeft hier geen zin, in de "Independent" modus staan echter, zoals
reeds opgemerkt, nu weer alle digitale ingangen van de afzonderlinge systemen ter
beschikking.
MIC 2/8 (Nederlands)
41