Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Boss Loop Station RC-5 Referentiehandleiding pagina 10

Inhoudsopgave

Advertenties

Een geheugen bewerken
RHYTHM
Parameter
Waarde
LEVEL
0–100–200
REVERB
0–30–100
Selecteert een ritmepatroon.
PATTERN
SimpleBeat1–4, GrooveBeat1–7, Rock1–4, Funk1–4, Shuffle1–5, Swing1–5, SideStick1–5, PercusBeat1–4,
LatinBeat1–4, Conga1–3, Bossa1–2, Samba1–2, DanceBeat1–4, Metronome1–4, Blank
A, B
VARIATION
Bepaalt de timing waarop de ritmepatroonvariatie wordt geschakeld.
MEASURE
VAR.CHANGE
LOOP END
Selecteert de drumkit die wordt gebruikt voor het afspelen van het ritme.
KIT
Studio, Rock, Jazz, Brush, Cajon, R&B, 808+909
2/4–4/4–7/4, 5/8–15/8
BEAT
Specificeert hoe het afspelen van het ritme begint.
LOOP START
REC END
START
BEFORE LOOP
Specificeert hoe het afspelen van het ritme stopt.
OFF
STOP
LOOP STOP
REC END
Specificeert of een aftelling wordt afgespeeld voor opname.
* U kunt geen count-in laten klinken wanneer een spoor of ritme wordt afgespeeld.
REC COUNT
OFF
1MEAS
Specificeert of een aftelling wordt afgespeeld voor afspelen.
OFF
PLAY COUNT
1MEAS
OFF,
FILL
OFF,
PART1–4
OFF, ON
TONE LOW
-10–0–10
TONE HIGH
-10–0–10
10
Beschrijving
(vet: standaard)
Wijzigt het volume van het ritme.
Past de diepte van de galm (reverb) aan die op het ritme wordt toegepast.
Selecteert de ritmepatroonvariatie (A of B).
Afspelen tot het einde van de maat en dan schakelen.
Afspelen tot het einde van de loop en dan schakelen.
Selecteert de maatsoort voor het ritme.
* U kunt de maatsoort niet wijzigen nadat het spoor is opgenomen. Zorg ervoor dat u
deze instelt voordat u begint met het opnemen.
Het ritme speelt wanneer loop opnemen of afspelen begint.
Het ritme speelt wanneer de loopopname gedaan is en schakelt over naar afspelen.
Dit is handig als u wilt spelen zonder een tempo op te geven, dan wilt beginnen met
opnemen en dan de loop op tijd wilt spelen met het ritme wanneer het afspelen
begint.
Het ritme speelt vóór het loop opnemen of afspelen.
Het ritme begint te spelen wanneer u eenmaal op de schakelaar drukt en het
opnemen/afspelen begint in de maat met het ritme wanneer u nogmaals op de
schakelaar drukt.
Het ritme blijft steeds spelen.
Als u synchroon speelt met een extern MIDI-apparaat, kunt u het ritme continu laten
spelen voor gesynchroniseerd afspelen.
Het ritme stopt wanneer de loop stopt.
Het ritme stopt wanneer de loopopname eindigt.
Dit is handig als u het ritme tijdens het opnemen als richtlijn wilt gebruiken.
Er wordt geen count-in afgespeeld.
De opname start nadat een count-in van één maat is afgespeeld.
Er wordt geen count-in afgespeeld.
Het afspelen start nadat een count-in van één maat is afgespeeld.
ON
Specificeert of het ritme speelt met een fill-in (ON) of zonder een fill-in (OFF).
ON
Deze instellingen bepalen voor elk van de vier drumpartijen (PART1–4) waaruit de
(PART1–3)
drumkit bestaat of het drumgeluid weerklinkt (ON) of niet weerklinkt (OFF).
(PART4)
Past het klankkarakter van de lage frequentie van het ritmegeluid aan.
Past het klankkarakter van de hoge frequentie van het ritmegeluid aan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave