D.
Start de motor en laat deze lopen tot hij
afslaat.
E.
Schakel de choke in.
F.
Start de motor opnieuw totdat deze niet
meer start.
G.
U moet brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Verwerk deze volgens de
plaatselijk geldende voorschriften.
Belangrijk:
Bewaar brandstof die
stabilisator/conditioner bevat niet langer
dan aanbevolen door de fabrikant van de
stabilisator.
9.
Nadat de bougie uit de motor is verwijderd, giet
u 2 eetlepels motorolie in de bougie-opening.
10.
Stop een doek in de bougie-opening om
verstuivende olie op te vangen en gebruik
vervolgens de startmotor of de handstart om
de motor te laten draaien en de olie over de
cilinderwand te verspreiden.
11.
Monteer de bougie, maar sluit de kabel niet aan
op de bougie.
12.
Laad de accu op; zie
13.
Controleer de spanning van de rupsbanden en
breng ze op de juiste spanning; zie
van de rupsbanden controleren en afstellen
(bladz.
33).
14.
Controleer alle bevestigingen en zet ze vast.
Repareer of vervang beschadigde onderdelen.
15.
Werk alle krassen of afgebladderde
metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar
is bij uw erkende servicedealer.
16.
Sla de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte op. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar het op een logische plaats.
17.
Dek de machine af om deze te beschermen en
schoon te houden.
Accu opladen (bladz.
31).
De spanning
43