Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
■ Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
■ U kunt de functie voor de opnamemodus instellen met behulp van de
cameraknoppen.
AAN/UIT-knop
● Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de
camera.
● Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet
wordt gebruikt, wordt automatisch de stroom
uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
Raadpleeg pagina 62 voor meer informatie over
de functie voor automatisch uitschakelen.
Sluiter-knop
● Gebruikt voor het maken van opnamen
(beelden of spraak) in de OPNAMEMODUS.
● In de modus FILMCLIP
Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, wordt
het opnemen van bewegende beelden gestart.
Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een
filmclip opgenomen zolang de beschikbare
opnametijd dit toelaat. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de
sluiterknop.
● In de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD)
Als u de sluiterknop halverwege indrukt, wordt de automatische scherpte-
instelling geactiveerd en wordt de instelling van de flitser gecontroleerd.
Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de foto gemaakt en worden de
afbeeldingsgegevens opgeslagen. Als u het opnemen van een spraakmemo
selecteert, wordt begonnen met opnemen zodra het opslaan van de
beeldgegevens is voltooid.
[19]