VEILIGHEID
VERKEERSVEILIGHEID
Controleer voor u gaat rijden of de caravan correct aan
de auto is gekoppeld. In een apart hoofdstuk vindt u
aanwijzingen voor het aankoppelen van de caravan.
Zorg ervoor dat de caravan correct is geladen. In een
apart hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het laden van de
caravan . Controleer het gewicht van de lading zodat het
toegestane gewicht van de caravan niet wordt overschreden.
Voorkom dat tijdens het rijden sneeuw en ijs van de caravan
kunnen vallen.
Zorg ervoor dat de caravan goed voor de rit is voorbereid.
Zie ook het hoofdstuk "Checklist voor vertrek".
Sommige caravans zijn uitgerust met een elektrisch
bediende trede. Let erop dat de trede tijdens het rijden is
ingeklapt.
6
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Gebruik voor aansluiting op 230 V een geaarde kabel van
3x2,5 mm
die is goedgekeurd voor gebruik buitenshuis en
2
voor een vermogen van 3600 W.
Sluit de kabel aan op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de elektrische kabel zo wordt aangebracht
dat hij niet kan worden beschadigd.
Beschadigde kabels moeten worden vervangen.
VENTILATIE
Zorg ervoor dat de ventilatiekanalen vrij zijn.
De inlaatopeningen voor frisse lucht bevinden zich onder
de vloer. Zorg ervoor dat bij een dik sneeuwdek frisse lucht
onder de caravan kan circuleren.
Dakluiken en kleppen moeten vrij gehouden worden.
Zorg ervoor dat de veiligheidsventilatie van de caravan
niet belemmerd wordt. Na sneeuwval moeten de
ventilatieopeningen in de dakluiken en de kleppen open
worden gehouden .
RM2021-1 NL