TECHNISCHE GEGEVENSIJ
INGANGEN
Ingang
Gevoeligheid2)
beter dan
Ingangs-
weerstand
Ingangs-
capaciteit
Max.
ingangs-
spanning
Verticale atbuiging
Bu, et Bu,
Buff et Bui
Bub et Bu3')
Bug et Bu35)
Bub et Bug (direct)
60 mVt_t/cm
600 mVt_t/cm
50
Vt_t/cm
50
Vt_t/cm
2 x 25
Vt_t/cm
85 kSZ
800 kSZ
>3 MS2
>3 MS2
35 pF
6 pF
30 pF
30 pF
3
100
Veff
300 Veff
400 Veff
400 Veff
400 Veff
Horizontale atbuiging
(Sk3 in stand "INT.")
But et Bui
Bui et Bui
100 mVt_t/cm
1
Vt_t/cm
100 kS2
I
900 kS2
45 pF
6 pF
3)
100 Veff
300 Veff
s)
500
mVeff/cm
= 1,4 Vt_t/cm
50 mVeff/cm = 140 mVt_t/cm
1)
0,2 MS2
0,2 MS2
5 pF
10 pF
250V --;-
100 V~
390 Vton
Meetkop GM 4575/01
(aansluiten op Bu,)
meetpen uitgedraaid
meetpen ingedraaid
Externe synchronisatie
(Sk3 in stand „EXT.")
But et Bui
Bul et Bui
Min.
synchronisatiespanning
2 V
20 V
Q1 MS2
0,9 MS2
45 pF
6 pF
s)
100 Veff
300 Veff
Fig. 3
1) Wanneer in deze gebruiksaanwijzing eigenschappen
zijn uitgedrukt in getalwaarden met opgave van toleran-
ties, dan zijn dit garantiewaarden. zijn geen toleranties
opgegeven, dan dienen de waarden slechts ter oriëntatie en
geven zij de eigenschappen aan van een gemiddeld appa-
raat.
~) Per cm totale beeldhoogte.
3) Veff = V— -~ V^'eff (Dit geldt voor een ongeveer
sinusvormige wisselspanning).
4) Bue aan aarde leggen.
5) Bue aan aarde leggen.
s) Bij 30 % modulatiediepte (400 Hz). De gevoeligheid is
constant voor frequenties van 250 kHz tot 25 MHz; bij
hogere frequenties neemt de gevoeligheid af.
') Bij 1 MHz.
VERSTERKERS
Voor beide versterkers is de karakteristiek van
de amplitudeversterking als functie van de
frequentie recht van 3 Hz tot 150 kHz.
Bij 3 Hz is de karakteristiek 3 dB gestegen
(tolerantie 0,5 dB), bij 150 kHz is de karakteristiek 3 dB gedaald (tolerantie 0,5 dB). Voor hogere
frequenties kan ter oriëntatie worden vermeld, dat de karakteristiek bij 300 kHz 6 dB is gedaald.
6