Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Horizontale Aftuiging; Door Middel Van Een Externe Spanning; Door Middel Van De Zaagstandspanning - Philips GM 5655/03 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

aansluiten; hiertoe zijn op de rechterzijwand van het apparaat de bussen Bu8 en Bug aangebracht
(zie fig. 4). De spanning mag dan ten hoogste 400 Veff bedragen.
Is de ingangsspanning symmetrisch dan gebruikt men Bu$ en Bug ; bij een asymmetrische spanning sluit
men deze aan op Bu8 en Bui (Bu9 aan aarde leggen) of op Bug en Bui (Bu8 aan aarde leggen).
N.B. Wanneer men een steker aansluit op de ingangsbussen Bu$ en Bu9 wordt automatisch de verbinding
tussen versterker en af~uigplaten verbroken. Het is echter mogelijk dat bij een grote ingangsspanning
op deze versterker, speciaal bij hoge frequenties, overspreken zal plaats vinden. Het verdient daarom
aanbeveling bij gebruik van de directe platenaansluiting de spanning op de ingang van de versterker
te verwijderen.
HORIZONTALE AFBUIGING
Door middel van een externe spanning
Wil men een spanning als functie van een andere spanning waarnemen, dan moet men deze laatste
aansluiten op Bul (resp. Bul) en Bui. Sk2 zet men in de meest linkse stand („EXT."). De beeldbreedte kan
geregeld worden met R4.
Wanneer b.v. aan beide versterkers een sinusvormige wisselspanning wordt aangesloten, waarvan de
frequenties gelijk aan of een veelvoud van elkaar zijn, ontstaan een Lissajous-figuur, waarmee faze-
en frequentiemetingen kunnen worden gedaan. De beide versterkers kunnen echter reeds een faze-
verschuiving ten opzichte van elkaar vertonen. Om deze te elimineren sluit men eerst op beide ingangen
dezelfde spanning aan. Daarna zoekt men een zodanige stand van R4 en R5 dat op het scherm een
rechte lijn verschijnt. De uitgangsspanningen van de versterkers zijn dan in faze.
Door middel van de zaagtandspanning
Met Sk2 in een van de standen 2-8 wordt de door de tijdbasisgenerator opgewekte spanning aan de
ingang van de versterker voor horizontale aftuiging toegevoerd. De amplitude van de afbuigspanning
is regelbaar met R4. Om geen vervorming in de horizontale aftuiging te verkrijgen, verdient het aanbe-
veling om R4 niet op maximum te plaatsen, maar steeds zodanig dat de uiteinden van het beeld juist
binnen de schermdiameter vallen.
Bij hogere frequenties van de tijdbasisgenerator wordt de amplitude van de zaagtandspanning kleiner.
Hierdoor zal de maximum beeldbreedte afnemen.
Er zijn verschillende synchronisatiemogelijkheden:
a. Externe synchronisatie
Men zet Ska in stand „EXT.". De synchronisatiespanning sluit men aan op Bul (resp. Bul) en op Bui.
De frequentie van de tijdbasisspanning regelt men op de juiste waarde in stappen met Sk2 en met R3
continu in het gebied, dat met Sk2 is ingeschakeld. Wanneer de frequentie van de te observeren spanning
gelijk aan of een veelvoud van de tijdbasisfrequentie is, wordt een stilstaand beeld verkregen.
Bij gebruik van de directe platenaansluiting (Bu$ en Bu9) is interne synchronisatie niet mogelijk; syn-
chronisatie moet dus extern plaats vinden.
N.B. De minimumspanning, benodigd voor een goede synchronisatie, bedraagt voor Bul 20 V en voor
Bul 2 V. Men dient er wel op toe te zien, dat de aangesloten spanning niet veel hoger wordt dan voor
een goede synchronisatie nodig is, daar anders synchronisatievervorming kan optreden.
b. Geen synchronisatie
Wanneer Ska in stand „EXT." staat en geen spanning op Bul of Bul is aangesloten, vindt geen synchroni-
satie plaats.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave