Monteren van een opgenomen minidisc (vervolg)
Verplaatsen van een fragment
■
1
Druk op de MD ■ toets en plaats een minidisc in het MD
compartiment (zie bladzijde 15).
2
Kies tijdens de stopfunctie het te verplaatsen fragment met de
5/3
5/3
5/3
5/3
5/3 of 2/4
2/4 toets. Of start de weergave van het te
2/4
2/4
2/4
verplaatsen fragment en druk dan op de MD 06
3
Druk op de NAME/TOC toets en kies vervolgens binnen 10
seconden "MOVE" met de 5/3
4
Druk binnen 10 seconden op de MEMORY/ENTER toets.
5
Kies de plaats voor het fragment met de 5/3
● Druk op de MD ■ toets om de bediening te annuleren.
6
Druk nogmaals op de MEMORY/ENTER toets.
● Het fragment wordt verplaatst en het toestel schakelt bij het begin van het
verplaatste fragment in de stopfunctie.
Opmerkingen:
Nadat een fragment werd verplaatst, krijgen de andere fragmenten automatisch
●
nieuwe fragmentnummers.
Deze functie kan niet tijdens willekeurige weergave worden gebruikt.
●
N-37
*06-N34-38-MD9000H(SEEG)
37
06
06
06 toets.
06
5/3
5/3 of 2/4
5/3
2/4 toets.
2/4
2/4
5/3
2/4
5/3 of 2/4
2/4 toets.
5/3
5/3
5/3
2/4
2/4
2/4
Verplaatsen van geprogrammeerde frag-
■
menten (verplaatsen van programma)
1
Programmeer de fragmentenin de gewenste volgorde (stappen
1 - 5, bladzijde 17).
2
Druk op de NAME/TOC toets en kies binnen 10 seconden "PRGM
MOVE" met de 5/3
5/3
5/3
5/3 of 2/4
2/4
2/4
2/4 toets.
5/3
2/4
3
Druk binnen 10 seconden op de MEMORY/ENTER toets.
● Druk op de NAME/TOC of MD ■ toets om de bediening te annuleren.
4
Druk nogmaals op de MEMORY/ENTER toets.
● De fragmenten worden verplaatst en de functie voor het verplaatsen van
geprogrammeerde fragmenten wordt uitgeschakeld.
Opmerkingen:
De fragmenten die geen deel van het programma uitmaken, worden na de fragmenten
●
met de nieuwe fragmentnummers geplaatst.
Indien een fragment meerdere keren is geprogrammeerd, zal de eerste positie van
●
dit fragment in het programma de voorkeur hebben.
01.9.13, 16:21