●
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
3) Voltooi de opname.
●
Druk nogmaals op de filmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
●
De camera stopt automatisch met opnemen
zodra de geheugenkaart vol raakt.
Foto's/films
●
Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop [
ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U zet geluiden
weer aan door op de knop [
] te drukken en [mute] te
kiezen op het tabblad [
]. Druk vervolgens op de knoppen
[ ][ ] om [Uit] kiezen.
Foto's
●
Een knipperend [
]-pictogram is een waarschuwing dat de
beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen.
Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden.
●
Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan
dichter naar het onderwerp toe. Zie "Flitsbereik" ( = 116) voor
meer informatie over het flitsbereik.
●
Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie "Opnamebereik" ( = 116) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
●
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij
opnamen in een omgeving met weinig licht.
●
Als een knipperend [ ]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, geeft dat aan dat u pas een opname
kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de flitser gereed is. U kunt nu de ontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt
de ontspanknop opnieuw in.
●
Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het
opnamescherm wordt weergegeven, worden de gebruikte focus,
helderheid en kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
●
U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen
( = 40).
Films
●
Klap met uw vinger de flitser op voordat u een film opneemt.
Let erop dat u tijdens een filmopname de microfoon (1) niet
aanraakt. Wanneer u de flitser opgeklapt laat of de microfoon
blokkeert, wordt audio mogelijk niet opgenomen of klinkt het
] wordt
opgenomen geluid gedempt.
●
Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere
camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
●
Zodra de filmopname begint, wijzigt het beeldgebied dat wordt
weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze
manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld
ontstaan door een sterk bewegende camera. Als u onderwerpen
wilt filmen met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het filmen
worden weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie
( = 60).
●
Het geluid wordt in mono opgenomen.
( 1 )
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen
van de camera
2
Auto-modus
3
Andere opnamemodi
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Menu Instellingen
7
Accessoires
8
Bijlage
Index
30