• Als het product niet normaal werkt, volg dan de service-instructies op of neem contact op met gekwalificeerde servicetechnici van KROHNE. • Het product bevat geen onderdelen waarop service kan worden verricht door de gebruiker. UFM 3030...
Pagina 3
De volgende symbolen kunnen in dit handboek of op het product zelf zijn weergegeven LET OP: zie de gebruiks- en installatie-instructies! GEVAAR: kans op elektrische schok! BESCHERMENDE aansluiting! Deze termen kunnen in dit handboek of op het product aanwezig zijn: WAARSCHUWING-indicatie: identificeert omstandigheden of praktijken die zouden kunnen leiden tot letsel of overlijden.
Pagina 4
Dit handboek en alle andere documenten kunnen worden gewijzigd zonder enige voorafgaande kennisgeving. • KROHNE kan niet aansprakelijk worden gesteld voor beschadiging van welke aard dan ook die ontstaat door het gebruik van dit product, inclusief, maar niet beperkt tot, directe en indirecte schade, schade door ongevallen, opgelegde schadevergoedingen of gevolgschade.
Pagina 5
Kerkeplaat 12 3313 LC Dordrecht Nederland Voor informatie, onderhoud of service gelieve contact op te nemen met de KROHNE vertegenwoordiger bij u in de buurt. Opmerkingen over het servicehandboek Om het gebruik te vergemakkelijken is dit servicehandboek onderverdeeld in vier delen. Alle ultrasone flowmeters zijn in de fabriek ingesteld volgens uw orderspecificaties.
Inhoudsopgave Inleiding 1.1 Voorzorgsmaatregelen 1.2 Uitpakken en inspectie 1.3 Beschrijving van het systeem 1.4 Beschikbare uitvoeringen 1.5 EG-goedkeuringen Mechanische installatie 2.1 Verplaatsing van de flowmeter 2.2 Installatiepositie en -locatie 2.3 Speciale installatie-eisen 2.4 Leidingflenzen 2.5 Leidingen met kathodische bescherming Aansluiting van de signaalomvormer 3.1 Veiligheidsinstructies 3.2 Aansluitdoos omvormer 3.3 Aansluiting op de elektrische voeding...
Deel A Installatie en opstarten van het systeem Inleiding Voorzorgsmaatregelen Alleen voor flowmeters die worden gevoed met een spanning hoger dan 50 VAC. Laat alle onderhoud en servicewerkzaamheden over aan getrainde KROHNE servicetechnici. De netvoeding moet worden afgekoppeld van het product voordat er onderhoud wordt gepleegd.
Richtlijn Druksystemen De KROHNE organisatie voldoet aan de eisen van Module H van de PED richtlijnen 97/23/EG (volledige kwaliteitsgarantie). Zie de EG-verklaring voor gedetailleerde informatie.
Mechanische installatie Verplaatsing van de flowmeter Belangrijk: til de compacte flowmeter niet op aan de behuizing van de signaalomvormer of de aansluitdoos. Controleer het gewicht van de flowmeter dat vermeld staat op de typeplaat, voordat u het apparaat verplaatst. Vermijd harde stoten, schokken en botsingen bij het verplaatsen van de flowmeter.
Pagina 10
Indien nodig kan de positie van de signaalomvormer worden gewijzigd door de printplaat van het display 90° of 180° te draaien, om het display in horizontale positie te hebben. Bovendien kan de behuizing van de signaalomvormer 90° worden gedraaid tegenover de flowsensor. Voor een nauwkeurige beschrijving van deze procedure, zie hoofdstuk 8.6.
Speciale installatie-eisen Om meetfouten en slechte werking van de flowmeter door gas- of luchtzakken of een lege leiding te vermijden, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen: Aangezien gassen zich zullen ophopen op het hoogste punt van een leiding, mag de flowmeter nooit op dat punt worden geïnstalleerd.
Leidingflenzen Zie de maatschetsen voor de ruimte voor de flenzen, en houd verder rekening met de dikte van afdichtingen. Installeer de flowmeter in lijn met de leidingas. De vlakken van de pijpflenzen moeten evenwijdig aan elkaar zijn, max. toegestane afwijking: Lmax - Lmin ≤ 0,5 mm (0.02"). UFM 3030...
1. Flens van flowsensor 2. Afdichting 3. Flens 4. Bout 5. Moer 6. Onderlegring 7. Isolatiehuls Volg de instructies voor aarding. Gebruik ≥ 4 mm2 (≥ AWG 10 kabel). N.B.: er worden geen aardingskabels geleverd door KROHNE. UFM 3030...
Aansluiting van de signaalomvormer Veiligheidsinstructies Dit product is bestemd voor gebruik overeenkomstig de norm EN IEC 61010-1 voor installatiecategorie 2 en vervuilingsgraad 2. Tijdens normaal bedrijf zijn er in dit product gevaarlijke spanningen aanwezig. Dit product is ontworpen voor beschermingsklasse I en mag nooit worden gebruikt zonder beschermende aarding.
netvoeding. Op deze klem moeten geleiders van tot 4 mm² (11 AWG) worden aangesloten. De doorsnede van de geleiders van de netvoeding, inclusief de beschermende aardingsgeleider, moeten voldoen aan de algemene en plaatselijke voorschriften. • Het gebruik van de klem van de beschermende geleider voor een andere aansluiting dan die van de beschermende aardingsgeleider is niet toegestaan.
Elektrische aansluiting van de signaalingangen en -uitgangen De klem waarop de elektrische signaal in- en uitgangen moeten worden aangesloten, bestaat uit 6 aansluitingen. Voor standaard instrumenten Voor instrumenten met een communicatiemodule Voor bedrading van de signaalin- en uitgangen wordt geadviseerd om onafgeschermde twisted pairs te gebruiken.
Pagina 17
Puls-/frequentie-uitgang. Functie kan I max: 150 mA worden ingesteld via menuoptie 3.5.0. Umax: 32Vdc, 24Vac Max. frequentie: 2 kHz Gelijkstroomvoeding van omvormer 22 VDC bij volle belasting, maximaal 24 voor actieve bedrading van in- en VDC. I ≤ 100 mA. uitgangen Communicatieaansluiting+ Voor fieldbus-communicatie...
Voorbeelden van aansluitschema's Hier volgen enkele voorbeelden van de manier waarop de elektrische ingangs- en uitgangssignalen kunnen worden aangesloten. Stroomuitgang Actief Passief Ri <= 680 Ω Voor voeding: U = 15 – 24Vdc, I >= 22mA Pulsuitgang Actief Passief R1>= 470 Ω, R2 = U*R1/(V+ - U) Voor voeding: U<= 32Vdc, <= 24Vac Digitale ingang...
Opstarten • Controleer of de flowmeter correct geïnstalleerd is. • Controleer bij gescheiden systemen voor het eerste opstarten of de juiste omvormer (UFC 030 F) gebruikt wordt met de juiste flowsensor (UFS 3000). • Voor het bestelnummer, zie de typeplaten van de instrumenten •...
Deel B De signaalomvormer Gebruik van de signaalomvormer Frontpaneel en bedieningstoetsen Het frontpaneel en de bedieningstoetsen ervan zijn toegankelijk nadat het (glazen) frontdeksel van de elektronicasectie verwijderd is met behulp van de speciale sleutel die bij de flowmeter geleverd is. Beschadig het schroefdraad en de afdichting niet bij het verwijderen van het deksel, voorkom dat er zich vuil ophoopt en zorg ervoor dat schroefdraad en afdichting altijd goed gesmeerd zijn met Teflon vet.
Menustructuur en werking van de bedieningstoetsen De menustructuur bestaat uit 5 blokken die toegankelijk zijn voor de gebruiker. • Functieblok 0 Fout/Totalisator reset kan worden geopend vanuit de meetmodus, en geeft gedetailleerde informatie over fouten die opgetreden zijn tijdens de werking. Hierdoor kunnen fouten en totalisators snel en gemakkelijk worden gereset.
Pagina 22
Error/ Parameter Parameter Error/ Parameter Parameter Measuring Totalizer reset setting error Measuring Totalizer reset setting error mode mode mode mode mode mode mode mode Fct. 1.00.00 Fct. 4.00.00 STORE YES STORE YES Data acceptance Data acceptance level level Fct. 1.00.00 Fct.
Pagina 23
Functie Tekst Beschrijving en instellingen 0.00.00 ERROR/TOT Hoofdmenu 0.00.00 Fout/Totalisator 0.00.01 VIEW ERR Weergave lijst van foutmeldingen 0.00.02 RST ERR Reset foutmeldingen NO RESET (bewaar lijst van foutmeldingen) RESET (reset lijst van foutmeldingen) 0.00.03 RST TOTAL Reset totalisator (beschikbaarheid van deze optie hangt af van de instelling in 3.7.8) RESET ALL (reset alle totalisatorwaarden) NO RESET (bewaar totalisatorwaarden)
Pagina 24
2.03.01 AN INP 1 Test analoge ingang 1 Meet de stroom op analoge ingang 1. Eindig met toets ↵. 2.03.02 AN INP 2 Test analoge ingang 2 Meet de stroom op analoge ingang 2. Eindig met toets ↵. 2.03.03 DIG INPUT Test digitale ingang Meet het niveau op de digitale ingang.
Pagina 25
3.01.05 LF CUTOFF Lage flow-stop voor weergave en uitgangen (zie 1.01.05) NO (vaste uitschakelpunten: ON = 0,1%, OFF = 0,2%) YES (zie Functie 3.01.06 en 3.01.07) 3.01.06 CUTOFF ON Waarde voor "Stop actief” Bereik: 1 tot en met 19% van Q100% 3.01.07 CUTOFF OFF Waarde voor "Stop niet actief”...
Pagina 26
3.02.04 INP2 4 mA 4 mA Referentie voor analoge ingang 2 4 mA Temperatuurreferentie Eenheid: Celsius of Fahrenheit Bereik: -50° tot en met 150°C 3,0205 INP2 20 mA 20 mA Referentie voor analoge ingang 2 20 mA Temperatuurreferentie Eenheid: Celsius of Fahrenheit Bereik: -50°...
Pagina 27
3.03.08 ERROR MSG Weergave foutmeldingen NO, YES 3.03.09 DATE Datumweergave NO, YES 3.03.10 AN INPUT Weergave analoge ingangen NO, YES 3.03.11 SIGN LEVEL Weergave signaalniveau NO, YES 3.04.00 CURR OUTP Submenu 3.04.00 Stroomuitgang 3.04.01 FUNCTION Functie van stroomuitgang OFF (uitgeschakeld) ACT FLOW (werkelijke flow) CORR FLOW (gecorrigeerde flow), zie Functie 3.02.02 en 3.02.08 tot en met 3.02.11...
Pagina 28
GAIN (versterking sensorsignaal, bereik van 0 dBV tot en met 100 dBV) AN INP 1 (analoge ingang 1) AN INP 2 (analoge ingang 2) 3.05.02 DIRECTION Richting van pulsuitgang FORWARD (voorwaartse flowmeting) BOTH (aanduiding voorwaartse en achterwaartse flowmeting, beide in hetzelfde bereik) 3.05.03 DIG OUTPUT Functie van digitale uitgang...
Pagina 29
LOCATION Instelling tag-naam Vrij instelbare tag voor identificatie, maximaal 10 tekens. Tekens die aan elke positie kunnen worden toegewezen: A..Z / spatie / 0..9 Fabrieksinstelling: KROHNE 3.07.05 UNIT TEXT Tekst voor door gebruiker gedefinieerde eenheid Definitie: volume/tijd Tekens die aan elke positie kunnen worden toegewezen: A..Z / spatie / 0..9...
Pagina 30
4.01.02 METER SIZE Metergrootte, zie Functie 3.01.08 4.02.00 CURR OUTP Onjuist bereik stroomuitgang. Instelling voor 100% wordt vergeleken met de instelling voor 0%. Verzeker dat voldaan wordt aan de voorwaarde 100 pct-0 pct ≥ 4 mA! 4.02.01 RANGE Bereik van stroomuitgang, zie Functie 3.04.03 4.02.02 0 pct Stroomwaarde voor 0% schaal, zie Functie 3.04.04...
Pagina 31
4.10.00 INP/OUTP De digitale ingang (C) en de stroomuitgang (I) mogen niet tegelijkertijd ingeschakeld zijn. Als de Profibus-optie geactiveerd is, kan er slechts één van de volgende ingangs-/uitgangsfuncties worden gebruikt: digitale ingang (C), stroomuitgang (I), pulsuitgang (P). De stroomuitgang wordt gedeactiveerd door de stroomuitgangsfunctie op "OFF"...
KROHNE vertegenwoordiger CURR > MAX Overflow stroomuitgang (> 22 mA) Flowsnelheid controleren Interne fout digitale signaalprocessor Wordt alleen gecontroleerd bij (DSP) inschakeling. De flowmeter in- en uitschakelen. Als de fout niet verdwijnt, contact opnemen met een KROHNE UFM 3030...
Pagina 33
Interne fout front-end Wordt alleen gecontroleerd bij inschakeling. De flowmeter in- en uitschakelen. Als de fout niet verdwijnt, contact opnemen met een KROHNE vertegenwoordiger INP1 < MIN Analoge ingang 1 te laag (< 3,6 mA) Aansluiting analoge ingang 1 controleren INP1 >...
Pagina 34
Functie 0.00.03 Reset totalisator Reset totalisator(s) op display. Alleen beschikbaar als Functie 3.07.08 RST ENABLE is ingesteld op YES. Let erop dat alle totalisatorwaarden worden gereset. Hoofdmenu 1.00.00 Werking De functies in dit menu zijn een subset van Hoofdmenu 3.00.00 Installatie, en worden in dit menu geselecteerd als meestgebruikte functies voor een snelle installatie.
Pagina 35
Functie 3.01.05 tot en met 3.01.07 Lage flow-stop voor weergave en uitgangen / Waarde voor stop "on"/ Waarde voor stop "off" Vanwege de extreme low-flowgevoeligheid van de UFM 3030, zal dit instrument de geringste beweging van vloeistof detecteren, ook als de flow nul is. Om te voorkomen dat deze metingen veranderingen veroorzaken in de uitgangen en totalisators, kan de low flow-cutoff worden gebruikt om de uitlezing op nul te forceren.
Pagina 36
Submenu 3.02.00 Versie Functie 3.02.01 Functie van omvormer Deze functie is vooringesteld in de fabriek, en kan worden veranderd van STANDAARD en de gewenste versie die gedefinieerd is in de omvormerhardware. De volgende versies zijn mogelijk: STANDARD, standaard functionaliteit CORR T versie met temperatuurcorrectie van de gemeten flow, met behulp van analoge ingang 1 CORR T + P versie met temperatuur- en drukcorrectie van de gemeten flow, met behulp van analoge ingangen 1 en 2 HEAT versie, gereserveerd voor meting van warmtekracht en totalisatie van warmte-energie.
Pagina 37
CORR T CORR T+P BATCH Omvormer- Menu- Functie Functie Flowweergave (Functie Aanvullende indicatie van gecorrigeerde 3.03.01) volumeflow Weergave van totalisator (zie Totalisatorindicati Indicatie totalisator Functie 3.03.02 tot en met e gecorrigeerde automatische 3.03.05) volumeflow volumeflow en batch- totalisator Selecteerbaar Functie stroomuitgang (zie Uitgangen proportioneel aan gecorrigeerde Gebruikt als digitale Functie 3.04.01)
Pagina 38
Het gecorrigeerde volume wordt berekend overeenkomstig de volgende formule: Vgecorrigeerd = Vwerkelijk * VCF Vgecorrigeerd = berekend gecorrigeerd volume onder standaardomstandigheden, d.w.z. 15°C en 1,01325 bara Vwerkelijk = werkelijke volume gemeten door de 3-straals flowmeter VCF = Volumecorrectiefactor en wordt berekend als [Ctl x Cpl] De berekening van de volumecorrectiefactor is gebaseerd op de normen van het American Petroleum Institute (API), en bestaat uit twee individuele correctiefactoren: hoofdstuk 11.1 norm 2540 voor berekening van de temperatuurcorrectie (Ctl) en hoofdstuk 11.2.1 M voor berekening van...
Als de vloeistofdichtheid ingevoerd en het gecorrigeerde volume berekend is, kan de gecorrigeerde volumeflow worden weergegeven als massaflow. Dit kan als volgt worden gedaan: 3.1.1. Stel de eenheid in op de vrij door de gebruiker te definiëren eenheid (**********) 3.7.5. Stel de tekst van de gewenste eenheid in, b.v. kg/hr. 3.7.6.
Pagina 40
Functie 3.03.07 Afwisselende weergave van gemeten waarden Als er meer dan één gemeten waarde moet worden weergegeven, b.v. flowsnelheid en totalisator), kan elke waarde handmatig worden geselecteerd door op de toets te drukken, of kunnen de waarden elk 5 seconden lang worden weergegeven door de afwisselende weergavefunctie in te schakelen.
Pagina 41
Functie 3.04.02 Richting van stroomuitgang Alleen beschikbaar als ACT FLOW of CORR FLOW is geselecteerd in Functie 3.04.01. Als FORWARD geselecteerd is, zal de stroomuitgang alleen actief zijn als de flow voorwaarts is, zoals gedefinieerd in Functie 3.01.10 FLOW DIR, terwijl als BOTH geselecteerd is, de stroomuitgang actief zal zijn bij voorwaartse en achterwaartse flowrichting.
Pagina 42
Functie 3.05.00 Puls-/frequentie-uitgang Functie 3.05.01 Functie van pulsuitgang De pulsuitgang kan voor de volgende functies worden geprogrammeerd: • OFF uitgeschakeld, contact gesloten • ACT FLOW proportioneel aan de werkelijke volumeflow, zie Functie 3.01.01 FULL SCALE • CORR FLOW proportioneel aan de gecorrigeerde volumeflow, beschikbaar afhankelijk van de versie, zie Functie 3.02.01 •...
Pagina 43
Functie 3.05.06 Tijdsconstante van pulsuitgang De tijdsconstante van de pulsuitgang kan worden ingesteld op ofwel de laagste waarde, 25 ms, of MASTER TC, hetgeen zal resulteren in de waarde die is ingesteld in Functie 3.01.04 MASTER TC. De instelling van de tijdsconstante is alleen van toepassing op de werkelijke flow en de gecorrigeerde flow.
Pagina 44
Submenu 3.06.00 Digitale ingang Functie 3.06.01 Functie van digitale ingang De digitale ingangsklem is dezelfde als de stroomuitgangsklem. Als er een digitale ingangsfunctie geselecteerd is, moet de functie van de stroomuitgang (zie Functie 3.04.01) worden ingesteld op OFF en moet het stroomuitgangsbereik worden ingesteld op 0-20mA (zie Functie 3.04.03). De digitale ingang kan voor de volgende functies worden geprogrammeerd: OFF uitgeschakeld, geen functie RST TOTAL reset weergave totalisators(s), zie ook Functie 0.00.03 RST TOTAL, ongeacht de...
Pagina 45
Submenu 3.09.00 Communicatie Functie 3.09.01 tot en met 3.09.03 Communicatieprotocol / HART/ PROFIBUS PA De definitie van het communicatieprotocol en het adres ervan (indien van belang). Het HART communicatieprotocol is standaard beschikbaar, het PROFIBUS PA communicatieprotocol is optioneel. Hoofdmenu 4.00.00 Parameterfout Het parameterfoutmenu wordt beschreven in paragraaf 4.2, zie ook de beschrijvingen in paragraaf 4.3.
Deel C Werkingscontroles en service Werkingscontroles Testfuncties van de signaalomvormer Functie 2.1 tot en met 2.5 De signaalomvormer heeft verschillende testfuncties. Displaytest, Functie 2.01.01 Selecteer functie 2.01.01 zoals beschreven in par. 4.2 en 4.3. Druk op de pijl naar rechts om te starten. Alle segmenten in de 3 regels van het display worden achtereenvolgens geactiveerd.
Test van de statusingangen (indien van toepassing) 2.03.03 Sluit een spanningsbron aan op de klem I/GND. Selecteer Functie 2.03.03. Pas een spanning van <5 V toe en controleer of de waarde op het display een '0'-niveau aangeeft. Pas een spanning van <15 V toe en controleer of de waarde op het display een '1'-niveau aangeeft. Druk op '<-' om te beëindigen.
De specifieke kalibratiegegevens voor elke flowsensor worden bepaald tijdens de fabriekskalibratie. Als een flowsensor vervangen wordt, moeten de flowsensorspecifieke gegevens worden ingesteld in de UFC 030 ultrasone flowomvormer. Neem contact op met de KROHNE servicedienst voor assistentie hierbij. De flowsensorconstante GK wordt vermeld op de typeplaat. Voer de waarde van de primaire constante GK in in Functie 3.1.9.
Vervanging van voedingszekering Voor ononderbroken brandbeveiliging of beveiliging tegen andere schade, moet de in dit handboek gespecificeerde zekering worden gebruikt voor vervanging. Alvorens de elektronica uit de behuizing te demonteren, moet het instrument worden afgekoppeld van het elektriciteitsnet. Schakel altijd de stroombron uit alvorens met het werk te beginnen! Alleen van toepassing op 100-240 Vac voeding.
Reiniging Bij reiniging met verwijderde deksels moet het instrument worden afgekoppeld van het elektriciteitsnet. Voorkom dat reinigende oplosmiddelen het instrument binnengaan of er in achterblijven. • Gebruik om dit instrument schoon te maken een zachte doek die vochtig gemaakt is in een oplossing van mild reinigingsmiddel en water.
Een verklaring bij de flowmeter te voegen waarin bevestigd wordt dat de flowmeter veilig gehanteerd kan worden, en waarin vermeld wordt welke vloeistof is gebruikt. KROHNE kan helaas geen service verrichten op uw flowmeter als deze niet vergezeld gaat van een dergelijke verklaring.
Pagina 52
De volgende voorbeeldverklaring is beschikbaar op de KROHNE website als een word- bestand. Gelieve dit formulier mee te sturen met de geretourneerde meter. Voorbeeldverklaring Bedrijf: Afdeling: Adres: Naam: Tel. nr. Bijzonderheden bijgevoegde flowmeter: Type: KROHNE bestelnr. Is gebruikt met de volgende vloeistof:...
Ga naar het blad met technische gegevens. De laatste versie van het blad met technische gegevens (en andere documentatie) is te vinden in het KROHNE Download Center via www.krohne.com. U zult ook een digitale kopie aantreffen op de productinformatie-cd die bij het product geleverd is.
Blokkenschema De omvormer bestaat uit vier functionele groepen. • Functionele groep 1 genereert de ultrasone golven, bestuurt de sensoren en voert een uiterst precieze meting uit van de propagatietijd door middel van een digitale signaalprocessor (DSP). • In functionele groep 2 worden de gedigitaliseerde gegevens die geleverd worden door de DSP verwerkt door microprocessor µP 2 in overeenstemming met de functies, gebruiks- en flowsensorgegevens die in de fabriek zijn ingesteld.
Ultrasoon meetprincipe 12.1 Transit-time differentiaalmethode De UFM 3030 werkt net zoals alle KROHNE ultrasone flowmeters met de transit-time differentiaalmethode. Dit meetprincipe is gebaseerd op een simpel natuurkundig feit. Stelt u zich twee kano's voor die diagonaal een rivier oversteken, één met de stroom mee, de andere tegen de stroom in.
Pagina 56
Croatia New Zealand KROHNE Messtechnik KROHNE Austria Ges.m.b.H. Singapore Denmark Pakistan GmbH & Co. KG Modecenterstraße 14 Tokyo Keiso - KROHNE Pte. Ltd. Ecuador Peru Ludwig-Krohne-Str. A-1030 Wien 27 Kian Teck Drive Jurong Egypt Poland D-47058 Duisburg TEL.: +43(0)1/203 45 32...