•
Vul de brandstoftank niet volledig. Door hitte zet de
brandstof uit. Zorg ervoor dat er ruimte overblijft aan
de bovenkant van de brandstoftank.
•
Draai de tankdop volledig aan. Als de tankdop niet
volledig is aangedraaid, bestaat een risico op brand.
•
Voordat u het product start, moet u het product
verplaatsen naar een afstand van minimaal 3 m
vanaf het punt waar u hebt getankt.
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof en motorolie en laat het product drogen
voordat u de motor start.
•
Controleer de motor regelmatig op lekkage. Bij
lekkage in het brandstofsysteem mag u de motor
niet starten zolang de lekken niet gerepareerd zijn.
•
Gebruik uw vingers niet om de motor op lekkage te
controleren.
•
Bewaar brandstof in goedgekeurde containers.
•
Wanneer het product en de brandstof worden
opgeslagen, moet u ervoor zorgen dat brandstof en
brandstofdampen geen schade kunnen veroorzaken.
•
Tap brandstof af in een daarvoor goedgekeurde
container, en doe dat buiten en niet in de nabijheid
van vonken en open vuur.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
•
Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt
uitgevoerd, neemt de kans op letsel of schade aan
het product toe.
•
Maak altijd gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen. Zie
beschermingsuitrusting op pagina 6 .
Inleiding
WAARSCHUWING:
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het product gebruikt.
Voordat u het product gebruikt
•
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en
zorg dat u de instructies hebt begrepen.
•
Lees de motorhandleiding van de motorfabrikant
door.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie
Onderhoudsschema op pagina 10 .
8
Lees de
Persoonlijke
Werking
Zorg dat u het
•
Zet de motor uit en zorg ervoor dat alle
onderdelen van het product zijn afgekoeld voordat
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Maak het product schoon om gevaarlijk materiaal te
verwijderen voordat u het onderhoud uitvoert.
•
Koppel de bougiekap los voordat u onderhoud
uitvoert.
•
De uitlaatdampen van de motor zijn heet en
kunnen vonken bevatten. Gebruik het product niet
in binnenruimtes of in de buurt van brandbaar
materiaal.
•
Breng geen wijzigingen aan het product aan.
Wijzigingen aan het product die niet zijn
goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
•
Gebruik altijd originele accessoires en
reserveonderdelen. Accessoires en wijzigingen die
niet zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen
leiden tot ernstig letsel of overlijden.
•
Vervang beschadigde, versleten of defecte
onderdelen.
•
Voer alleen onderhoud uit zoals beschreven
in deze bedieningshandleiding. Laat een
goedgekeurde servicewerkplaats alle andere
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
•
Verwijder al het gereedschap van het product
voordat u de motor na onderhoud start. Losse
gereedschappen of gereedschappen die aan
draaiende onderdelen zijn bevestigd, kunnen
uitgeworpen worden en letsel veroorzaken.
•
Controleer na onderhoud het trillingsniveau in het
product. Als dit niet correct is, neemt u contact op
met een erkend servicecentrum.
•
Laat een erkende servicewerkplaats regelmatig
onderhoud aan het product uitvoeren.
Product starten
1. Zet de gashendel in de startpositie.
1167 - 005 - 13.12.2023