Instelling
Instelling
F AF-C AANGEPASTE INSTELL.
F
AF-C AANGEPASTE INSTELL. Selecteer scherpstelvolgopties bij het opnemen van
x F
x
F AF-HULPLICHT
AF-HULPLICHT
Fg INST. GEZICHTS-/
Fg
INST. GEZICHTS-/
OOGHERKEN.
OOGHERKEN.
F
F INSTELLING
INSTELLING
ONDERWERPDETECTIE
ONDERWERPDETECTIE
F
F AF+MF
AF+MF
F HF ASSISTENTIE
F
HF ASSISTENTIE
F SCHERPSTELLOEP
F
SCHERPSTELLOEP
x F
x
F DIRECT AF-INSTELLING
DIRECT AF-INSTELLING Kies hoe de camera scherpstelt wanneer functieknop-
x F
x
F S SCHERPTEDIEPTESCHAAL
CHERPTEDIEPTESCHAAL Kies een schaal voor scherptediepte.
x F
x
F BEGRENZER AF BEREIK
BEGRENZER AF BEREIK Beperk het bereik van beschikbare focusafstanden
F
F TOUCH SCREEN MODUS
TOUCH SCREEN MODUS
VERGR. SCHERPST.CONTROLE Kies of de focuszoom van kracht blijft zodra fi lmopna-
VERGR. SCHERPST.CONTROLE
fi lms met CONTINU AF geselecteerd voor scherp-
stelmodus.
Kies of het AF-hulplicht moet branden om te helpen
bij de automatische scherpstelling.
Kies of de camera voorrang geeft aan gezichten van
personen boven achtergrondobjecten bij het instellen
van scherpstelling en belichting.
Kies of de camera prioriteit geeft aan onderwerpen
van een geselecteerd type, zoals dieren of voertuigen,
bij het instellen van de scherpstelling.
Kies of handmatige scherpstelling kan worden geac-
tiveerd tijdens autofocus door aan de scherpstelring
te draaien.
Kies hoe scherpstelling wordt weergegeven in hand-
matig scherpstelmodus.
Kies of de weergave automatisch inzoomt op een van
de geselecteerde scherpstelgebieden wanneer er in
de handmatige scherpstelstand aan de scherpstelring
wordt gedraaid.
pen waaraan functies zoals AF-vergrendeling zijn
toegewezen, worden ingedrukt in de handmatige
scherpstelstand.
voor verhoogde focussnelheid.
Kies de opnamebewerkingen die worden uitgevoerd
met de aanraaktoetsen.
me begint.
De opnamemenu's (Films)
Beschrijving
Beschrijving
6
129