Instelling
Instelling
F BEELDSTABIL.-MODUS
F
BEELDSTABIL.-MODUS Kies of beeldstabilisatie wordt ingeschakeld.
F BOOST BEELDSTABIL.
F
BOOST BEELDSTABIL.
MOD
MOD
F
F ISO
ISO
ZEBRA-INSTELLING
ZEBRA-INSTELLING
ZEBRA-NIVEAU
ZEBRA-NIVEAU
GEOPT. FILMBEDIEN. oL
oL Instellingen kunnen worden aangepast met behulp van
GEOPT. FILMBEDIEN.
CONTROLELAMPJE
CONTROLELAMPJE
x
x F
F INSTELLING
INSTELLING
KOELVENTILATOR
KOELVENTILATOR
F BEW/BEW INST. OP M
F
BEW/BEW INST. OP M Sla aangepaste instellingen voor het opnamemenu op.
F
F AUTOM. UPDATE
AUTOM. UPDATE
AANGEPASTE INSTELLING
AANGEPASTE INSTELLING
x F
x
F AANGEPASTE
AANGEPASTE
MODUSINSTELLING
MODUSINSTELLING
x
x F
F DRAADLS
DRAADLS
COMMUNICT
COMMUNICT
Kies het beeldstabilisatieniveau.
Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan.
Kies of hoge lichten die mogelijk zijn overbelicht worden
aangeduid door zebrastrepen in de fi lmmodusweergave.
Kies de helderheidsdrempel voor de zebrastrepenweer-
gave.
de instelschijven en aanraakschermbediening.
Kies de lamp (indicator of AF-hulpverlichting) die brandt
tijdens fi lmopnamen en of de lamp knippert of blijft
branden.
Pas instellingen voor optionele koelventilatoren aan.
Kies of aangepaste instellingenbanken automatisch
worden bijgewerkt om wijzigingen in de instellingen weer
te geven.
Kies of de huidige aangepaste instellingenbank moet wor-
den gebruikt voor stilstaande fotografi e of fi lmopname.
Breng draadloze verbindingen tot stand met smartpho-
nes, tablets of andere apparaten.
De opnamemenu's (Films)
Beschrijving
Beschrijving
6
127