4) Trek niet aan de voedingskabel of aan het toestel om de stekker uit het
stopcontact te trekken (figuur I).
5) Controleer de ligging van de voedingskabel van de kast: deze mag niet
beschadigd worden en geen gevaar inhouden of schade veroorzaken aan
personen of zaken.
6) Indien de voedingskabel beschadigd is mag hij uitsluitend vervangen
worden door gespecialiseerd personeel (elektricien) door een analoge kabel.
7) Gebruik geen verlengsnoeren, beschadigde en versleten kabels, kabels
met beschadigd of gebarsten isolatiemateriaal, daar deze erg gevaarlijk zijn:
zij kunnen vonken, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Controleer regelmatig de kabel van het toestel. Indien de voedingskabel
zichtbare schade vertoont, moet u het toestel onmiddellijk loskoppelen
en niet meer gebruiken. Laat vervolgens de voedingskabel vervangen door
gespecialiseerd personeel door een origineel vervangstuk.
De kabel mag niet rond zichzelf gedraaid worden of verstrikt raken in
andere kabels, u mag er niet op trappen, hem niet verpletteren of er niet aan
trekken. Bescherm de kabel tegen al deze nadelige invloeden.
Een verkeerde installatie kan schade berokken aan personen, dieren of
zaken. De fabrikant kan hiervoor niet verantwoordelijkheid gesteld worden.
10) EERSTE GRONDIGE SCHOONMAAKBEURT
OPGELET – TIJDENS DE VOLLEDIGE SCHOONMAAKBEURT
VAN HET TOESTEL MOET U WERKHANDSCHOENEN
DRAGEN UIT KLASSE II, TER BESCHERMING VAN DE
HANDEN.
Alvorens het toestel aan te schakelen moet u de beschermende film,
aangebracht op bepaalde binnen- en buitendelen van de uitstalkast (bv.
toonbank, enz.) verwijderden. Maak de binnen- en buitendelen van het
meubel grondig schoon, inclusief de pakking van de deuren, indien aanwezig.
Gebruik lauw water met een verdunde natriumbicarbonaatoplossing (1 lepel
per 2 liter) of witte azijn en droog af met een zacht doek. Gebruik geen
enkel soort detergent of schuurproduct dat het uitzicht van het meubel zou
kunnen beschadigen. Gebruik nooit scherpe voorwerpen (schade berokkend
uit het gebruik van zulke voorwerpen wordt niet gedekt door garantie). Het
meubel mag nooit worden schoongemaakt met waterstralen.
Nadat de uitstalkast werd schoongemaakt mag ze aangeschakeld worden
met de thermostaat. Wacht totdat de temperatuur geschikt voor uitstalling
van het product werd bereikt. De temperatuur voor uitstalling van het
product wordt bereikt na circa 1 uur. Het uit te stallen product moet reeds
gekoeld zijn op de uitstaltemperatuur.
11) HOE DE UITSTALKAST VULLEN
Dit meubel is geschikt voor de uitstalling van voedingsmiddelen, mits de
volgende instructies worden opgevolgd:
a) plaats de voedingsmiddelen enkel in de voorbestemde ruimte, zonder
de uitstallimiet te overschrijden, zodat de correcte luchtcirculatie niet
belemmerd wordt (figuur L);
b) plaats de voedingsmiddelen op een uniforme wijze zonder bepaalde
zones leeg te laten;
c) zorg voor een correcte "turn over" van de voedingsmiddelen: verwijder
eerst de producten die reeds het langste in de uitstalkast lagen en dan de
meer recentere.
Het meubel fungeert enkel als tijdelijke uitstalkast. Het product moet
bewaard worden in geschikte koelcellen.
12) THERMOSTAAT MECHANISCH (+30° -30°)
De thermostaat werd reeds op de fabriek afgesteld. De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien er geknoeid wordt met de temperatuurinstelling.
Wijzigingen, indien vereist, mogen enkel uitgevoerd worden door
gespecialiseerde personeel.
13) TEMPERATUUR
De thermostaat zorgt voor de temperatuurinstelling binnenin het toestel en
deze werktemperatuur werd reeds ingesteld (+4°C).
Indien deze ingesteld wordt op de stand voor maximale koeling of indien de
kast in een omgeving wordt geïnstalleerd met een hogere temperatuur dan
voorzien, of indien de kast een overmaat aan voedingsmiddelen bevat, is het
mogelijk dat de koeleenheid continu moet werken, met rijp- en ijsvorming
op de verdamper als gevolg. In dit geval moet de kast uitgeschakeld worden,
zodat het gevormde ijs volledig kan verwijderd worden. Hierbij mag u
nooit scherpe voorwerpen en dergelijke gebruiken om het ijs sneller los
te krijgen. Scherpe voorwerpen kunnen ernstige schade veroorzaken aan
de uitstalkast. Wanneer alle ijs gesmolten is, moet u de uitstalkast opnieuw
aanschakelen met de thermostaat.
14) HANDMATIG ONTDOOIIEN
Daar de uitstalkast enkel geschikt is voor uitstalling van vis, elke dag
opnieuw, en niet voor blijvende bewaring, is zij niet uitgerust met een
automatische ontdooifunctie. Ontdooiing moet dus handmatig worden
uitgevoerd.
Na gebruik moet de uitstalkast worden uitgeschakeld via de hoofdschakelaar,
die de volledige elektrische installatie isoleert. Wanneer het toestel is
uitgeschakeld vindt tevens de ontdooiing plaats. Het dooiwater moet
kunnen wegvloeien via een externe afvoer of in een bak die manueel
geledigd kan worden.
15) ONDERHOUD EN SCHOONMAAK
Wij raden aan de uitstalkast grondig en op een systematische wijze schoon
te maken, voor het behoud van de correcte werking en esthetisch verzorgd
uitzicht van de kast en een correcte bewaring van de voedingsmiddelen. Een
schoonmaakbeurt moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd personeel,
dat op de hoogte moet zijn van de procedures beschreven in deze paragraaf.
Opgelet! Alvorens enige schoonmaakbeurt uit te voeren moet
de kast uitgeschakeld worden. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de hoofdschakelaar voor stroomvoorziening van de winkel uit.
OPGELET – TIJDENS DE VOLLEDIGE SCHOONMAAKBEURT
VAN HET TOESTEL MOET U WERKHANDSCHOENEN
DRAGEN UIT KLASSE II, TER BESCHERMING VAN DE
HANDEN.
Haal alle voedingsmiddelen uit de uitstalkast en bewaar deze in de koelkast
of in een andere geschikte koelomgeving. Maak het uitstalvlak, de beglazing,
de profielen en afdichtingen van de deuren grondig schoon met scho-
onmaakproducten geschikt voor elk specifiek onderdeel. Gebruik nooit
schuurmiddelen (figuur N), die bepaalde onderdelen zouden kunnen bescha-
digen. Spoel na elke schoonmaakbeurt steeds na met lauw water en droog
met een zacht doek.
Maak de condensor schoon, na verwijdering van het beschermingsrooster
(figuur O), met een zachte borstel (gebruik geen ijzeren borstels - figuur N)
of met een stofzuiger: verwijder alle stof en afgezette vuiltjes op de lamellen.
Let op dat de lamellen of andere delen van de koeleenheid niet beschadig
worden. Deze schoonmaakfase is erg belangrijk en fundamenteel voor de
correcte werking van de uitstalkast en om problemen te vermijden. Na
voltooiing van deze fase moet u het beschermingsrooster terugplaatsen. Na
voltooiing van de schoonmaakbeurt moet controleren of alles op zijn plaats
ligt alvorens het toestel aan te schakelen. Wacht dan totdat de kast terug
op temperatuur is alvorens de voedingsmiddelen te plaatsen. Bij langdurige
buitendienststelling (bv.: vakantie, enz.) moet u het toestel uitschakelen,
volledig ledigen, schoonmaken en afdrogen.
Een correct onderhoud van het toestel kan de levensduur aanzienlijk
verlengen.
16) TECHNISCHE BIJSTAND
Alvorens bij slechte werking van de uitstalkast de interventie van een
technicus aan te vragen, is het in uw eigen belang eerst de volgende
elementaire controles uit te voeren:
1) Steekt de stekker correct in het stopcontact?
2) Zit er spanning op de voedingslijn?
3) Staat de thermostaat op de voor de werking aanbevolen positie
(0°/+4°C)?
4) Stemt de spanning van het voedingsnet overeen met de spanning van de
uitstalkast (+- 6%)?
5) Is de verdamper niet bedekt met ijs? (Indien dit het geval is moet u de
procedure beschreven in puntje 14 uitvoeren)
6) Is de condensor schoon (zie puntje 15)?
7) Is er geen tocht, is de uitstalkast wel correct gepositinoeerd (zie puntje 7)
en is de omgevingstemperatuur wel correct (zie puntje 6)?
17) NOODSITUATIES
Te gebruiken bij brand: blustoestellen met poeders of vloeistoffen conform
de geldende normen.
VOOR INTERVENTIES, CONTROLES EN/OF VERVANGINGEN
MOET U CONTACT OPNEMEN MET DE LEVERANCIER
WAAR U DE UITSTALKAST HEEFT AANGEKOCHT.