INFORMATION OSD
Hiermee kunt u instellen of de OSD-gegevens wel of niet moet worden weergegeven. De OSD-
(OSD-informatie)
gegevens worden weergegeven wanneer het ingangssignaal of de ingangsbron verandert. Het OSD
laat ook een melding zien wanneer er geen signaal is of wanneer het signaal buiten bereik is.
U kunt het OSD 3 tot 10 seconden laten weergeven.
MONITOR INFORMATION
Hiermee wordt de naam van het model en het serienummer van de monitor weergegeven.
(Monitorgegevens)
CARBON SAVINGS (VERMINDERING VAN CO2): weergave van de geschatte koolstofbesparing in kg-
CO2. The carbon footprint factor in the carbon saving calculation is based on the OECD (2008 Edition).
CARBON USAGE (KOOLSTOFGEBRUIK): weergave van het geschatte koolstofgebruik in kg-CO2.
Dit is een wiskundige schatting, niet een daadwerkelijk gemeten waarde. Deze schatting is zonder
enige opties gedaan.
OSD TRANSPARENCY
Stel de transparantie van de OSD in.
(Transparantie OSD)
OSD ROTATION
Hiermee kunt u de OSD-weergave instellen op liggend of staand.
(OSD-Rotatie)
LANDSCAPE (Liggend)
Geeft de OSD liggend weer.
PORTRAIT (Staand)
Geeft de OSD staand weer.
INPUT NAME (Naam ingang) U kunt een naam maken voor de INVOER die op dit moment wordt gebruikt.
Max. 8 letters, u kunt spatie, A-Z, 0-9 en een aantal symbolen gebruiken.
CLOSED CAPTION
Hiermee activeert u de ondertiteling.
(Gesloten ondertiteling)
Alleen de ingangen VIDEO1, VIDEO2 en S-VIDEO
RESET
Hiermee zet u voor de volgende instellingen in het OSD de fabrieksinstellingen terug: MENU DISPLAY
TIME, OSD POSITION, INFORMATION OSD, OSD TRANSPARENCY en CLOSED CAPTION.
MULTI DISPLAY
CONTROL ID
Hiermee stelt u het ID-nummer van de monitor in van 1 tot 100 en de groeps-ID van A tot J. Wanneer
(Bedienings-ID)
'YES' (Ja) is geselecteerd voor 'AUTO ID' (Automatische id), worden de scherm-id's automatisch
ingesteld voor alle schermen die volgen in de keten met RS-232C.
OPMERKING: de Group ID (Groeps-ID) wordt samengesteld uit meerdere selecties.
IR CONTROL (IR-instelling)
Hiermee selecteert u de modus van de monitor voor gebruik met de infraroodafstandsbediening voor
schermen die via RS-232C in serie zijn aangesloten.
NORMAL (Normaal)
De monitor wordt op de normale wijze bediend met behulp van de afstandsbediening.
PRIMARY (Primair)
Kies "PRIMARY" voor de eerste monitor in een RS-232C-serie.
SECONDARY (Secundair) Kies "SECONDARY" voor alle volgende monitoren in een RS-232C-serie.
LOCK (Lok)
Hiermee voorkomt u dat de monitor wordt bediend via de draadloze afstandsbediening. Als u wilt
terugkeren naar de normale werking, houdt u 5 seconden de knop "DISPLAY" op de afstandsbediening
ingedrukt.
TILE MATRIX (Tegelmatrix)
Hiermee kunt u één beeld vergroten en weergeven op meerdere schermen (maximaal 100) via een
distributieversterker.
OPMERKING: Een lage resolutie is niet geschikt voor multischermweergave.
U kunt zonder een distributieversterker op het kleinere aantal schermen werken.
H MONITORS
Aantal monitoren dat naast elkaar (horizontaal) is geplaatst.
(Monitors horizontaal)
V MONITORS
Aantal monitoren dat boven elkaar (verticaal) is geplaatst.
(Monitors verticaal)
POSITION (Positie)
Hiermee kiest u welk deel van de vergrote beeldweergave op de monitor wordt weergegeven.
TILE COMP
Hiermee schakelt u de functie "TILE COMP" in.
(Tegelcompositie)
ENABLE (Inschakelen)
Hiermee schakelt u de functie Tile Matrix in.
TILE MATRIX MEM
Wanneer INPUT (Ingang) is geselecteerd, wordt de instelling TILE MATRIX (Tegelmatrix) toegepast op
(Geheugen tegelmatrix)
elk ingangssignaal.
POWER ON DELAY
Hiermee past u de vertragingstijd in tussen stand-by en inschakelen.
(Vertraging inschakelen)
"POWER ON DELAY" kan worden ingesteld tussen 0 en 50 seconden.
POWER INDICATOR
Hiermee zet u de LED aan de voorkant van de monitor op ON (AAN) of OFF (UIT). Als "OFF" (Uit) is
(Stroomindicator)
geselecteerd, zal de LED niet oplichten wanneer de lcd-monitor in de actieve modus staat.
EXTERNAL CONTROL
(Externe controle)
CONTROL
Hiermee selecteert u de interface voor de besturingselementen, RS-232C of LAN.
LAN RESET
Hiermee herstelt u de LAN-instellingen.
(LAN opnieuw instellen)
ID=ALL REPLY
Wanneer de monitor extern wordt bediend, selecteert u of de communicatieopdracht, die de
(ID=ALLEN
bestemmingsapparatuur-ID (ALL of GROUP ID) specifi ceert, al of niet reageert. Wanneer u een reactie
ANTWOORDEN)
wilt hebben, selecteert u "ON" (Aan).
Als u meerdere monitors aansluit die vanaf de tweede monitor in serie zijn aangesloten door RS-232C,
moet u vanaf de tweede monitor "OFF" (Uit) selecteren.
MAC ADDRESS
Het Mac-adres weergeven.
(MAC-adres)
Nederlands-23
ON, 3 Sec.
-
ON
LANDSCAPE
-
OFF
-
1
NORMAL
1
1
1
NO
NO
COMMON
0 Sec.
ON
RS-232C
-
OFF
-