4. Toebehoren.
19
4.9.2 Hoogteverstelling voetenbank
Voor het verstellen van de hoogte
van de voetenbank, drukt u op beide
knoppen voor de hoogteregeling (A),
brengt u de voetenbank op de ge-
wenste hoogte en laat de knoppen
dan in de gewenste stand hoorbaar
vastklikken.
4.9.3 Instelling hoek voetenbank
De hoek van de voetenbank kan wor-
den aangepast door beide hendels (B)
omhoog te drukken en daarbij de
voetenbank in te stellen in één van
de vier mogelijkheden voor de hoek.
De voetenbank kan bij gelijkvloers transport ook naar binnen worden
ingeklapt.
4.10 Kuitgeleiding
Kuitgeleiding (C) wordt boven voeten-
bank (D) bevestigd. Ze dient te worden
verwijderd, wanneer de voetenbank
op één van de bovenste standen is
ingesteld. De kuitgeleiding wordt aan
de langssteunen van de voetenbank
aangebracht. Met de gordelriem naar
achteren en de afgeronde hoeken
naar onderen gericht, wikkelt u de riem
om de langssteunen en steekt deze
voor door de metalen ring. Klik de
haken vast en bevestig de riem zo, dat
deze de langssteunen nauw omsluit.
De optie van kuitgeleiding vereist het gebruik van een voetenbank!
Ter voorkoming van vallen, kantelen of letsel, mag de voetenbank niet met meer
dan 68 kg worden belast!
B
A
C
D