3. Instellingen.
10
3.1 Rughoekverstelling
De rughoek kan met 6° naar voren (A), 6° naar
F
achteren (B), en 18° naar achteren (C) worden
G
versteld. Voor het instellen van de rughoek,
trekt u beide hendels (D) aan beide kanten
van de rug naar boven, brengt ze in de ge-
wenste positie en laat vervolgens de hendels
A
B
C
los. Let erop dat de rug hoorbaar vastklikt.
Rug monteren/demonteren: voor het demon-
teren van de rug verwijdert u eerst armleun-
ingen (E - zie punt 3.2) en de dijbeensteunen
(indien aanwezig, zie punt 4.8). Bedien de
hendel (D) en kantel vervolgens de rug hele-
maal naar voren, tot de markeringen F en G
E
boven elkaar liggen. Nu kunt u de complete
rug naar boven toe uit de opname trekken.
D
Voor het monteren van de rug, steekt u deze
gewoon weer in de opname zodat de mar-
keringen F + G weer boven elkaar liggen. Trek
vervolgens de rug naar achteren, tot deze
weer in de eerste instelling klikt.
Rug alleen monteren/demonteren wanneer het hygiëne-systeem niet wordt ge-
bruikt!
3.2 Armleuningverstelling
Voor het monteren van de armleuning (H),
H
J
steekt u de onderzijde van de armleuning in
de ovale opening (I) in de zitunit en drukt u
haar stevig omlaag tot ze vastklikt. Voor het
verwijderen van de armleuning, drukt u op
I
ontgrendelingsknop (J) en trekt u de arm-
leuning omhoog.
3.3 Zitdiepteverstelling
U kunt de zitdiepte verstellen op de zitunit.
Trek hiervoor de blauwe treksnapper (K)
aan de beide buitenkanten omhoog, stel de
gewenste zitdiepte in en let erop dat het
K
stoeltje vastklikt. De zijdelen van de zitunit
kunnen op deze manier ook volledig naar
voren worden verwijderd, zodat het daaronder
liggende oppervlak kan worden gereinigd.