REMMEN
Bedrijfsrem en parkeerrem/noodrem
De
bedrijfsrem
wordt in werking
gesteld
met het
rempedaal.
Mocht
de
bedrijfsrem
door
te
weinig luchtdruk
niet
werken,
dan
kan
de parkeerrem als noodrem worden
ge-
bruikt.
Door
de
parkeerremhefboom
gelei-
delijk
naar achteren
te
bewegen,
wordt
de
wagen geleidelijk
afgeremd.
Wordt
vervol-
gens
de
hefboom iets opgelicht en
verder
naar
achteren geplaatst
dan
staat
de
hef-
boom
geblokkeerd,
zodat
de
rem
op
het
trekkend
voertuig
nu als
parkeerrem fun-
geert,
het
getrokken voertuig
staat
hierbij
niet geremd.
In
deze
stand brandt
de
contro-
lelamp op het instrumentenpaneel.
Uitlaatrem
Door
de
bedieningsknop van
de
uitlaatrem
in te
drukken,
wordt een klep
in
de
uitlaat
gesloten
en
de brandstoftoevoer gestopt.
Daardoor
wordt
een extra
remwerking
van
de motor verkregen.
De
uitlaatrem
is
vooral
bedoeld
voor langdurig
remmen,
bijvoor-
beeld
bij
het afremmen vanuit hoge
snelhe-
den op de vlakke weg en
bij afdalingen,
hier-
door wordt de
slijtage van
de
bedrijfsrem
beperkt.
u,
;3
BESTURING
De
stuurinrichting
is
hydraulisch
bekrach-
tigd.
Draai
het stuurwiel niet
verder
als
de
wielen tegen
een
obstakel
staan
of
de
volle-
dige uitslag
hebben.
De kans
is
anders
groot dat
de
hydraulische pomp
wordt
be-
schadigd.
Het
voertuig
kan
ook
zonder
stuurbekrachti-
ging worden bestuurd,
maar
dit
vereist
dan
wel een grote krachtsinspanning.
22
A
286