STUURSLOT
KO
NTAKT.'STA
RTSC HA
KE
LAA
R
Stand
St
Ruststand
De
sleutel
kan
worden verwijderd.
Na
het uitnemen
van de
sleutel
is het stuur-
wiel vergrendeld.
Stand M: Kontakt
aan
Stuu
rwiel ontgrendeld.
De
stroomgebruikers
kunnen
worden
inge-
schakeld.
Stand
D:
Starten
Na
het
loslaten
van
de
sleutel, komt
deze
vanzelf terug
in de
stand
B.
Attentie!
Bij
draaiende
motor is het niet mogelijk
de
sleutel
te verwijderen
of
hem in de stand
A
te
draaien.
KOUDSTARTINRICHTING
De
koudstartinrichting wordt
in werking
ge-
steld door
de
knop
A bij
ingedrukt
gaspe-
daal
uit
te
trekken. AIs
een
RSV-regulateur
(All-speed-regulateur)
is
toegepast,
is
de
handgreep
B
voor de
bediening
van
de koud-
startinrichting
onder de
grille,
naast het
lin-
ker
cabi
nescharn ier,
aan
gebracht.
VOORGLOEISYSTEEM
Met
behulp van de tuimelschakelaar
in
het
instrumentenpaneel
wordt het
voorgloei-
systeem bij
aangezet
contact
in
werking
ge-
stefd.
Zodra
de schakelaar
wordt
ingedrukt,
gaat de
controlelamp
branden.