Gebruikershandleiding
4. Temperatuur- en programma-instellingen
4.1 De comforttemperatuur instellen
1.
Als het display uit is, drukt u op
Gebruik de toetsen
(standaardtemperatuur 21 °C) te verhogen of te
verlagen. eco zal de nieuwe comforttemperatuur
onthouden tot de volgende energiebesparingsperi-
ode of comfortperiode.
3.
Als de comforttemperatuur op het laagste niveau
wordt ingesteld, verschijnen MIN en de tempera-
tuur om de minimale constante temperatuur aan
te geven.
Let op! Als de ingestelde temperatuur met meer dan 1 °C wordt verhoogd, voert eco de radiatorwarmte op om
de nieuwe temperatuur sneller te bereiken. U kunt voelen dat de afsluiter en radiator warmer worden.
Kleine temperatuurwijzigingen veroorzaken geen snelle verhoging van de radiatorwarmte, waardoor
het e ect van deze wijzigingen niet onmiddellijk opgemerkt wordt.
16 08/2015
.
om de comforttemperatuur
eco intelligente radiatorthermostaat
2.
Als de temperatuur tijdens een energiebesparings-
periode wordt gewijzigd (standaardinstelling 17 °C),
is de nieuwe temperatuur alleen geldig voor deze
energiebesparingsperiode.
Zie hoofdstuk 4.3 voor informatie over een perma-
nente wijziging van de energiebesparingstempe-
ratuur.
4.
eco meet de temperatuur via twee ingebouwde
sensoren – één achter het display en één dicht bij
de afsluiter.
Op basis van de twee metingen wordt de kamer-
temperatuur berekend voor een gebied op ca.
20 cm voor het display. Zo kan eco de daadwerkelij-
ke kamertemperatuur zeer nauwkeurig regelen.
Houd er rekening mee dat koude- en warmtebron-
nen, zoals een haard, direct zonlicht of tocht, de
werking van eco kunnen beïnvloeden.
VIJPE110
Danfoss Heating Segment