Light Assist - Instelling van de lichtassistent
■
Inschakeltijd - Instelling van de gevoeligheid van de lichtsensor t.o.v. de in-
■
tensiteit van het omgevingslicht
Vroeg - Geringe gevoeligheid
■
Medium - Gemiddelde gevoeligheid
■
■
Laat - Hoge gevoeligheid
Head Light Assist - In-/uitschakelen van de automatische grootlichtregeling
■
Automatische rijverlichting (regen) - In-/uitschakelen van de automatische
■
rijverlichting bij regen
Dagrijverlichting - In-/uitschakelen van de dagrijverlichting
■
Knipperen bij rijstrookverandering - In-/uitschakelen van het knipperen bij
■
verandering van rijstrook
Reismodus - Instelling van het toeristisch licht
■
Linksrijdend verkeer - Voor linksrijdend verkeer
■
■
Rechtsrijdend verkeer - Voor rechtsrijdend verkeer
Binnenverlichting - Instelling van de binnenverlichting
■
Dashboardverlichting - Instelling van de helderheid van de dashboardverlich-
■
ting
Verlichting voetenruimte - Instelling van de helderheid van de verlichting van
■
de voetenruimte
■
Coming home - In-/uitschakelen van de COMING HOME-functie, tijdinstelling
Leaving home - In-/uitschakelen van de LEAVING HOME-functie, tijdinstelling
■
Zicht
›
Op de toets
→ Zicht drukken.
CAR
Spiegels - Instelling van de spiegels
■
Synchrone spiegelverstelling - In-/uitschakelen van de synchrone verstelling
■
van de spiegels
Laten zakken bij achteruitrijden - In-/uitschakelen van het laten zakken van
■
de buitenspiegel aan bijrijderszijde bij het inschakelen van de achteruitver-
snelling
Inklappen tijdens parkeren - In-/uitschakelen van het inklappen van de spie-
■
gel na het parkeren
■
Ruitenwissers - Instelling van de ruitenwissers
Automatisch wissen bij regen - In-/uitschakelen van het automatisch wissen
■
bij regen
A. ruitwisser - In-/uitschakelen van de automatische achterruitwisser
■
Openen en sluiten
›
Op de toets
→ Openen/sluiten drukken.
CAR
■
Ramen - Instelling van de ruiten
Comfort-openen - Instelling van het comfortopenen
■
Uit - Geen ruiten
■
■
Alle ramen - Alle ruiten
Bestuurder - Alleen de ruit van het bestuurdersportier
■
Centrale vergrendeling - Instelling van de portieren
■
■
Portierontgrendeling - Instelling van de portierontgrendeling
Alles - Alle portieren
■
Eén portier - Eén portier
■
■
Best. zijde - Portieren aan bestuurderszijde
Automatisch vergrendelen - In-/uitschakelen van de automatische vergren-
■
deling
■
Bevestiging alarmsysteem - In-/uitschakelen van de akoestische signalen bij
het ver- en ontgrendelen van de wagen met een alarmsysteem
Stoelen
Ð
›
Op de toets
→ Stoelen drukken.
CAR
Bestuurderssleutel activeren - In-/uitschakelen van de toewijzing van de be-
■
stuurderszitpositie aan de sleutel
Informatie van de multifunctie-indicatie
›
Op de toets
→ Rijgegevens drukken.
CAR
Huidig verbruik - In-/uitschakelen van de weergave van het momentele brand-
■
stofverbruik
Rijtijd - In-/uitschakelen van de weergave van de rijtijd
■
Gereden afstand - In-/uitschakelen van de weergave van de gereden afstand
■
■
Ø Snelheid - In-/uitschakelen van de weergave van de gemiddelde snelheid
Ø Verbruik - In-/uitschakelen van de weergave van het gemiddelde brandstof-
■
verbruik
Ð
■
Digitale snelheid - In-/uitschakelen van de weergave van de actuele snelheid
Olietemperatuur - In-/uitschakelen van de weergave van de olietemperatuur
■
Snelheidswaarschuwing - In-/uitschakelen van de snelheidswaarschuwing
■
Ð
Ð
£
17
Wagensystemen instellen