is het essentieel om de staat van het mes en zijn mesbevestiging bij ieder gebruik te controle-
ren.
• Het mes zit op de messlede vast op twee pennen. Daarom zijn aan het meseinde twee gaten
voorzien.
• Het mes wordt op de pennen geborgd door dit met een centrale bout en een spanplaatje stevig
tegen de messlede op te spannen.
• Men moet regelmatig zijn werksessies onderbreken om te controleren of de opspanbout nog
goed is aangedraaid. Deze bout is voorzien van een kruk, waardoor men voor deze controle
geen gereedschap nodig heeft.
• Demonteer het mes. (lees § 11.4.2.5.). Het is belangrijk te controleren of de twee pennen niet
zijn ingesleten. Men zal ook nakijken of de gaten in het mes door slijtage niet ovaal zijn gewor-
den.
• Indien nodig zal men het penplaatje of het mes vervangen. Bestel deze onderdelen bij uw
erkende dealer (bestelcode penplaatje : MPA 01 121 040)
• Controleer tevens of de schroefdraad van de bevestigingbout niet is beschadigd. Een bescha-
digde of vervuilde schroefdraad zou ervoor kunnen zorgen dat men onvoldoende spanning-
kracht op de mesinklemming kan aanbrengen.
• Controleer of het mes geen verbuiging of vervorming vertoont.
• Door het permanent schuren in de bodem kan de staallegering op sommige zones zijn weg-
gesleten zodat de mesdikte gevoelig is verminderd. Is het mes lokaal minder dan 2 mm dik dan
zal men dit vervangen om breuk te vermijden.
• Controleer of de messnede nog voldoende scherp is. Is de snede bot geworden dan zal men dit
eerst slijpen alvorens het werk verder te zetten. (lees § 11.4.2.7. )
Slijpen van het mes
Tijdens de werking van de machine klieft het mes zich door de bodem. Het komt daarbij met tal
van obstakels in aanraking en is ook onderhevig aan de schurende effecten van zand en aarde.
Zoals reeds beschreven is de weerstand op het mes een bepalende factor voor de goede werking
van de machine. Een scherpe snede is dan ook essentieel.
• Controleer dan ook met regelmaat het mes.
• Plaats hiervoor de mesarm in zijn transportstand. Schakel steeds de
machine uit.
• Een nieuw mes heeft aan de voorkant (aanvalszijde) een scherpe
snede. De hoek van deze snede bedraagt 20°.
• Door de werking zal de scherpe hoek van de snede worden afgerond
of opgestuikt tot een bredere ribbe (1). Merkt men dit op dan zal men
het mes slijpen.
• Demonteer hiervoor het mes. (lees § 11.4.2.5.)
• Span het mes op in een bankschroef.
• Men kan het mes slijpen met een haakse slijptol.
60