Zie figuren 30 & 31
Verwijder vuil en vet van de rookgasmotor, rookgasventilatorhuis en -wiel. De lagers van de rookgasventilatormotor
worden permanent gesmeerd.
Volg deze instructies om rookgasventilatormotor en -wiel te vervangen.
1.
Sluit de gastoevoer af en schakel de elektriciteit uit.
2.
Open de servicedeur van het toestel.
3.
Maak de drie draden voor de aansluiting van de rookgasventilatormotor los bij de branderautomaat en de aardingsvijs
(op het controlepaneel).
4.
Verwijder de schroeven die de motorplaat aan het ventilatorhuis vastmaken, terwijl u de motor vasthoudt. Verwijder
de motor en het wiel als geheel uit het toestel.
5.
Hermonteer de nieuwe rookgasventilatormotor met wiel.
6.
Raadpleeg het elektrisch schema om de draden goed aan te sluiten.
7.
Schakel de elektrische spanning opnieuw in en draai de gaskraan open. Start het toestel op volgens de instructies en
controleer de goede werking. Sluit de servicedeur.
Figuur 30 : AACO motor
Types 025→055
Zie figuur 32
De hoofdgasklep wordt aangestuurd via de thermostaat
en de branderautomaat. De hoofdcontroleklep is van het
diafragma-type, zorgt voor een geregelde gastoevoer en
is in de fabriek ingesteld.
De
gasklep
vraagt
geen
voorzichtig verwijderen van vuilopeenhopingen aan de
buitenkant en controle van de bedradingsaansluitingen.
Instructies voor het testen van drukinstellingen vindt u in
secties 9 & 10
1710SDH EC_RDH EC_BENL/NLNL,page 26/35
12.7
Rookgasventilatormotor & -wiel
12.8
Werking gasklep
onderhoud
behalve
het
Figuur 31 : AACO motor
Types 073 & 100
Figuur 32 : Gasklep (aardgas)