5
PLAATSING & INSTALLATIE
5.1.1
PLAATSING
Om het toestel in optimale condities te laten werken is
het raadzaam bepaalde installatieprincipes in acht te
nemen. Zorg ervoor dat de minimum afstanden (zie
figuur 2) worden gerespecteerd. Probeer de warme
luchtstroom zoveel mogelijk op of langsheen muren te
richten. Om een optimaal rendement te behalen is het
uitermate belangrijk dat de toestellen zo dicht mogelijk
bij de werkruimte worden opgehangen. Vermijd echter
dat de uitgeblazen luchtstroom rechtstreeks op de
aanwezigen wordt gericht.
Bij het opstellen van de luchtverwarmers moet rekening
worden gehouden met de aanwezigheid van schotten,
pijlers, rekken en andere obstructies omdat die tot een
ombuiging van de luchtstroom kunnen leiden.
Bij een centrale ophanging van de luchtverwarmer moet
de warme luchtstroom gericht worden op of langsheen
de
muren
van
de
te
verwarmen van grote ruimtes moeten extra toestellen
worden geplaatst waarbij de luchtstroom naar het
centrale gedeelte van de te verwarmen ruimte wordt
gericht. De extra installatie van recirculatieventilatoren
zal een optimale verspreiding van de verwarmde lucht
bewerkstelligen.
Op plaatsen waar veel koude lucht binnendringt (deuren,
laaddeuren, ...) is het wenselijk om op een afstand van
4,5 tot 6m een toestel te installeren waarvan de
luchtstroom rechtstreeks op de koude luchtbron is
gericht.
Plaats het toestel niet waar het kan
worden blootgesteld aan water of
waar de omgevingstemperatuur meer
LET OP
dan 40°C bedraagt.
De
aanwezigheid
substanties/dampen
in
gasgestookte luchtverwarmers verhoogt de kans op
corrosievorming.
Neem de nodige voorzorgen om dergelijke dampen uit
het verbrandingsproces te weren. Hou daarom bij het
bepalen
van
luchttoevoer-
rekening
met
geïnstalleerde
heersende windrichtingen. Vergeet hierbij niet dat chloor
zwaarder is dan lucht.
Blijkt
het
echter
chloordampen/substanties te weren, dan wordt het ten
stelligste aangeraden om te opteren voor gebruik van
warmtewisselaars vervaardigd uit 316 AISI roestvrij
staal.
5.1.2
INSTALLATIE
Vergewist u ervan dat bij de installatie de minimum
afstanden
zoals
vermeld
gerespecteerd. Deze afstanden bieden voldoende ruimte
om een degelijke en veilige onderhoudsbeurt toe te
laten. Bij vloeropstelling dient het toestel te worden
geplaatst op een brandvrij onderstel.
Ophangen van het geheel is niet toegelaten indien het
toestel naast een verwarmings- & ventilatiesectie verder
samengesteld is uit supplementaire secties. In dergelijk
geval dient het toestel te worden geïnstalleerd op een
frame.
1710SDH EC_RDH EC_BENL/NLNL,page 10/35
5.1
verwarmen
ruimte.
Bij
van
chloorhoudende
de
verbrandingslucht
voor
en
rookgasafvoerpijpen
afzuiginstallaties
en/of
onmogelijk
om
alle
in
tabel
2
worden
SDH EC
Vergewist u ervan dat bij gebruik van steunpunten de
onderlinge afstand tussen de steunpunten niet meer dan
1.5m bedraagt. Het is aangewezen om op de plaatsen
waar het onderstel werd vastgeschroefd steunpunten te
voorzien.
Overtuigt u ervan dat de constructie waaraan het toestel
wordt
bevestigd
(ophanging of frame) voldoende degelijk is om het
gewicht van het toestel te dragen.
De plaats waar het toestel wordt gemonteerd moet
voldoende ruimte bieden voor een veilige en degelijke
onderhoudsbeurt. Zorg ook voor de nodige ruimte voor
doorgang van heftrucks, etc ...
Let erop dat het toestel waterpas en trillingsvrij is
het
opgesteld.
Zorg voor een degelijke en veilige bevestiging van het
toestel aan het onderstel.
Aan het draagframe van het toestel zijn 4 ophangpunten
voorzien met gaten dia 11.0mm. Gebruik 4 draadstangen
voor de ophanging.
Na plaatsing mag het toestel niet meer kunnen bewegen
om spanning op de aan- en afvoerpijp, de gasbuis en de
elektrische aansluitingen te vermijden.
Figuur 3 : Detail bevestiging (enkel indien toestel en
frame één geheel vormen)
Draadstang
M10
2x borgmoer &
2x onderlegring M10
Tabel 2: Vrije ruimte rondom toestel (mm) )
Min. afstand
SDH EC
muur - niet zijde
RDH EC
regel-apparatuur
025
030
035
043
055
073
100
Opmerking: de vrije ruimte bij een open aanzuigopening
(inlaatzijde) moet minstens 600mm bedragen.
of
waarop
het
wordt
Min. afstand muur
Min. afstand
- zijde regel-
apparatuur
onderzijde
150
750
150
750
150
750
150
750
150
750
150
750
150
750
gemonteerd
Min. afstand
vloer -
plafond -
bovenzijde
(Z1)
1800
200
1800
200
1800
200
2500
200
2500
200
2500
200
2500
200