Bediendelen en lezers
Figuur 1: Het bediendeel
1.
Netspannings-LED
Groen aan: netspanning aanwezig
2.
Toegangs-LED:
Blauw knipperend: kaart wordt gelezen
3.
Storings-LED
Geel aan: systeemfout actief
Geel knipperend: algemene
waarschuwing (EN 50131)
4.
Alarm-LED
Rood aan: alarmtoestand actief
5.
LCD-display
Voor het weergeven van berichten
6.
/ OMHOOG
Omhoog lopen door de menu's.
Waarde wijzigen
Verwijderen
7.
HELP
Helptekst weergeven
Woordenlijst in-/uitschakelen
8.
GEDEELTELIJK IN Een gebied gedeeltelijk inschakelen
9.
OPEN
Actieve ingangen/storingen tonen
Tekst uitvouwen
10.
ON
Een gebied volledig inschakelen
11.
/ RECHTS
Het geselecteerde menu openen
Cursor naar rechts verplaatsen
12.
/ LINKS
Terug naar het vorige menu
Cursor naar links verplaatsen
13.
CLEAR
Sluit de huidige gebruikersfunctie
14.
OFF
Een gebied uitschakelen
15.
/ OMLAAG
Omlaag lopen door de menu's.
Waarde wijzigen
Terug
16.
Alfanumerieke
Toetsen 1 t/m 9, alfanumerieke
toetsen
gegevens
17.
MENU
Aanvraag om menu's te openen
18.
ENTER
Instelling bevestigen
De geselecteerde menu-ingang openen
19.
0
Toets 0
Schakeloptie
20.
Gebieden-LED's
Aan: gebied ingeschakeld
1 t/m 16
Uit: gebied uitgeschakeld
Knipperend: alarmtoestand gebied