5.
3.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Controle van de werking
Tussenwand
Afhankelijk van de modellen
Tijdens de werking wordt het niveau van het wa-
ter in de tussenwand via een scherm weergeven
(Afb.10).
Tijdens de werking wordt de druk binnenin de tus-
senwand opgemeten door de manometer op de klep
(Afb. 11 C): wanneer 50 kPa wordt overschreden,
wordt automatisch druk afgelaten (Afb. 11 A).
De veiligheidsdrukklep kan manueel worden geac-
tiveerd aan de hand van de knop die erop zit (Afb.
11 B), op die manier kan de druk binnenin het circuit
worden verminderd.
Tijdens de werking moet men het waterniveau via het scherm
(Afb. 10) controleren, indien nodig moet men weer op niveau
brengen aan de hand van de draaiknoppen om water te vul-
len.
Bij het vullen van water tijdens de werking blijft
het risico op brandwonden bestaan. Gebruik ge-
schikte middelen voor preventie en bescherming.
Buitendienststelling
Op het einde van de werkcyclus draait men de draaiknop
voor commando van de brander naar de stand "Nul".
Het apparaat moet regelmatig worden schoonge-
maakt, en alle aanslag en/of voedingsresten moeten
verwijderd worden, zie hoofdstuk: "Schoonmaakin-
structies".
Indien aanwezig moeten de verlichte indicatoren op
het einde van iedere werkcyclus uit blijven.
Controleer of het apparaat optimaal schoongemaakt en
hygiënisch is, zie "Schoonmaakinstructies".
Sluit de netafsluiters die voorgeschakeld zijn op het apparaat
(gas - water - elektriciteit).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIK ANT. IEDERE REPRODUCTIE, ZELFS GEDEELTELIJK, IS VERBODEN.
Afb.11
Fig.11
B
A
A
B
Fig.10
- 13 -
- 13 -
13
13
C
1.5
1
2
0
2.5
MAX
MIN
Afb.10
Fig.10
Fig.11
Fig.12