1.
Zet de motor onmiddellijk af.
2.
Controleer het besturingssysteem en
alle onderdelen op beschadiging. Con-
troleer ook de boot op beschadiging.
3.
Ongeacht of u al dan niet beschadiging
hebt aangetroffen, dient u langzaam en
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde ha-
ven te varen.
4.
Laat een Yamaha-dealer de buiten-
boordmotor controleren alvorens hem
weer in gebruik te nemen.
DMU29450
Slechts één motor laten draaien
Als u in een noodgeval slechts één motor
laat draaien, zorg er dan voor dat de onge-
bruikte motor naar omhoog is gekanteld en
dat de andere aan een lage snelheid draait.
DCM00370
OPGELET:
Als de boot wordt gebruikt met een niet-
draaiende motor in het water, kan er door
de golfslag water in de uitlaatpijp terecht
komen, wat motorpech veroorzaakt.
NOTA:
Wanneer u aan een lage snelheid manoeu-
vreert, bijvoorbeeld in de buurt van een lig-
plaats, is het - als dat mogelijk is - beter dat
de beide motoren draaien, waarbij er één in
neutraal staat.
Herstellen van defecten
DMU29492
Vervanging van een zekering
Als er een zekering is doorgeslagen bij een
model met een elektrische starter, open dan
de zekeringhouder en gebruik een zekering-
trekker om die zekering door een nieuwe met
de juiste stroomsterkte te vervangen.
DWM00630
WAARSCHUWING
Gebruik de opgegeven zekering. Een ver-
keerde zekering of een stuk draad zou
kunnen zorgen voor te veel stroomafgif-
te. Dat kan beschadiging van het elektri-
sche systeem of brand veroorzaken.
DCM01382
OPGELET:
Als een van de hoofdzekeringen is
G
doorgesmolten, dient u ook de andere
hoofdzekering te controleren.
Als de buitenboordmotor wordt ge-
G
bruikt nadat er een hoofdzekering is
doorgesmolten, is het oplaadvermogen
ontoereikend en zal de motor niet star-
ten.
76