2 Systeembeschrijving
het zonnesysteem ingesloten lucht stijgt dan een beetje.
De ingesloten luchtbel in het systeem vervult hierbij de
taak van een expansievat. Deze druk is noodzakelijk en
mag in geen geval verlaagd worden. Daarom mag in het
zonnesysteem geen ontluchter ingebouwd worden.
Bij een lopende collectorpomp komt de collectorvloeistof
in het bovenste deel van de spiraalbuis (3) permanent
met lucht in contact.
Uit het hier beschreven werkingsprincipe kan het vol-
gende opgemaakt worden:
- Omdat gedurende het koude jaargetijde bij stilstand
van het zonnesysteem er zich alleen lucht in de collec-
tor en in de collectorvloeistofleidingen bevindt, hoeven
vorstwerende maatregelen alleen voor de standplaats
van de boilereenheid te worden getroffen.
- De voorgeschreven installatie van het collectorveld
alsmede van de collectorvloeistofleidingen en met
name de helling van de leidingen vormen een basis-
voorwaarde voor het correct functioneren van het
zonnesysteem.
- Het vloeistofvolume van het collectorveld alsmede van
de collectorvloeistofleidingen moet precies op het zon-
nesysteem zijn afgestemd. Daarom mogen de minima-
le en maximale lengte van de collectorvloeistofleidin-
gen niet overschreden worden, mogen er geen collec-
torvloeistofleidingen met een afwijkende binnendiame-
ter gebruikt worden en mogen het type alsmede het
aantal collectors niet veranderd worden.
- De fysische eigenschappen van de collectorvloeistof
horen eveneens tot de basisvoorwaarden voor het sto-
ringvrij functioneren van het systeem. Daarom mag bij
het vervangen van de vloeistof alleen de originele Vail-
lant-collectorvloeistof zonder additieven bijgevuld wor-
den.
2.4
Functies van de zonneregelaar
De zonnesystemen auroSTEP plus worden door de geïn-
tegreerde, microprocessorgestuurde zonneregelaar ge-
regeld.
De geïntegreerde zonneregelaar is een compleet uitge-
rust systeem voor de regeling van een collectorveld met
1-2 collectoren en een boiler.
Voor de installatie biedt de regelaar een voldoende
groot aansluitbereik, voor de weergave van gegevens en
het invoeren van alle vereiste parameters beschikt de in-
stallatie over bedieningselementen en een groot display.
Temperatuurverschilregeling
De zonneregelaar werkt volgens het principe van de
temperatuurverschilregeling. De regelaar schakelt de
collectorpomp altijd in als het temperatuurverschil (tem-
peratuur collector – temperatuur boiler) groter is dan
het inschakelverschil.
De regelaar schakelt de collectorpomp uit als het tempe-
ratuurverschil (temperatuur collector - temperatuur boi-
ler) kleiner is dan het uitschakelverschil.
Het inschakeltemperatuurverschil richt zich naar de in
de regelaar opgeslagen curves, waarbij voor systemen
met een of twee collectors verschillende curves bestaan.
4
Pompblokkeerbeveiliging
Na 23 uur pompstilstand lopen alle aangesloten pompen
ca. 3 sec. om het vastzitten van de pompen te verhinde-
ren.
Jaarkalender
De regelaar is met een jaarkalender uitgerust, voor de
activering moet enkel in het installateursniveau eenma-
lig de actuele datum ingevoerd worden.
Aanwijzing!
h
Gelieve er rekening mee te houden dat de ther-
mostaat bij een elektriciteitsuitval slechts met
een gangreserve van 30 min. uitgerust is. De
interne klok blijft na 30 min. staan en de kalen-
der staat na het herstellen van de spannings-
voeding stil. In dit geval moet de tijd opnieuw
ingesteld en de actuele datum gecontroleerd
worden.
Vulmodus/bedrijfsmodus
Op het snel vullen van de installatie na het inschakelen
van de collectorpomp te bereiken, is de regelaar met de
functie "Vulmodus" uitgeschakeld. Telkens bij het inscha-
kelen loopt de pomp een tijdje in de vulmodus met vast-
gelegd vermogen. De verschilregeling is tijdens deze tijd
niet actief, zodat de pomp ook bij het onderschrijden van
de uitschakeldrempel niet uitgeschakeld wordt. De eer-
ste 20 sec. start de collectorpomp tot op 50% van zijn
vermogen op. De volgende 20 sec. wordt de collector-
pomp tot 100% van zijn vermogen aangedreven. Zo-
doende loopt de pomp voor de resterende duur van de
vulmodus met 100% van zijn vermogen om het vullen te
garanderen.
Na de vulmodus begint de bedrijfsmodus. Om het vroeg-
tijdig uitschakelen van de collectorpomp bij geringe zon-
neopbrengst te vermijden, loopt de pomp eerst 12 minu-
ten terwijl de verschilregeling het optimale pompvermo-
gen bepaalt. Na het verstrijken van deze tijd bepaalt de
verschilregelaar de verdere looptijd en het vermogen
van de collectorpomp. Hierbij wordt het vermogen ver-
hoogd als het temperatuurverschil tussen collectorvoe-
ler en onderste boilervoeler tijdens de looptijd verhoogd
of het vermogen wordt verlaagd als het temperatuurver-
schil afzwakt.
Vakantiefunctie
Door het activeren van deze functie wordt gedurende de
ingestelde vakantietijd (1...99 dagen) de bedrijfsfunctie
op
gezet.
Systeembeschrijving auroSTEP plus 002011136_00