Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud; Bijzondere Bedrijfsomstandigheden - Baker Hughes Masoneilan 496 Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Masoneilan 496 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.3 Kalibratie van standmelder 496-
858 of 496-858/• en 496-857 of 496-
857/•
Actie
De actiegevoeligheid van de klep (open of gesloten
klep, vergeleken met de 4-20 mA van het lussignaal)
bepaalt de positie van de 3-puntsconnector van de opto-
elektronische sensor op een van de twee connectoren
van het elektronische circuit A of B. De bedieningsregel is:
voor het rechtsom draaien van het rondsel van de stuuras
(bekijk afdekzijde) neemt de uitgangsstroom toe (4→20
mA) wanneer de connector van de opto-elektronische
sensor is aangesloten in A en neemt af wanneer deze is
aangesloten in B.
Afstelling van de koppeling
Bij montage op heen en weer bewegende kleppen moet
de spanschroef zodanig worden afgesteld dat de hendel
van het instrumentenpaneel halverwege de slag loodrecht
op de plugsteel staat.
Standmelder afstellen
– Plaats de 3-puntsconnector op connector
A of B ten behoeve van de gekozen actie.
– Stel indien nodig de nulinstelling (Z)
halverwege in*.
– Stel indien nodig het bereik halverwege het
traject af (S)**.
– Configureer schakelaar C (zie bijlage IV) op de
draaihoek van de bedieningsas.
– Stel de klep in op het begin van de slag dat moet
overeenkomen met het minimum van het signaal (4
mA).
– Installeer een milliampèremeter in serie in de lus en
zet het instrument aan.
– Roteer het primaire rondsel op de bedieningsas om
een uitgangssignaal van ongeveer 4 mA te krijgen.
– Fijnafstelling van het 4mA-signaal met de
nulpotentiometer (Z).
– Sluit de klep volledig af op de nominale slag en
stel het uitgangssignaal met de spanpotentiometer (S)
in op 20 mA.
9 | Baker Hughes
– Controleer de nul- en bereikkalibratie ten opzichte
van de klepslag. Herhaal indien nodig de nul- en
bereikkalibratie.
* In het geval van een probleem met de nulafstelling
vanwege de fysieke grenzen van de potentiometer,
draait u 5 slagen in de omgekeerde richting van de
gewenste instelling en draait u het primaire rondsel om
een uitgangsstroom te verkrijgen die 4 mA benadert.
** Als er problemen zijn met de instelling van het
meetbereik vanwege de fysieke grenzen van de
potentiometer, draait u 5 slagen in de omgekeerde
richting van de gewenste instelling en configureert u
schakelaar C (zie bijlage IV) voor een hogere of lagere
hoek dan die basis.
Afstellen van microschakelaar(s) of
naderingsschakelaar(s)
Raadpleeg paragraaf §8.1 of §8.2 om microschakelaar(s)
of naderingsschakelaar(s) af te stellen.
Volg de veiligheidsinstructies onder §7.4 vóór
inbedrijfstelling nauwkeurig op.

9. Onderhoud

• Voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert,
schakelt u het instrument uit en controleert u of
de plaatselijke omstandigheden vrij zijn van een
potentieel explosieve atmosfeer voor het veilig
openen van de beschermkap.
• Deze handelingen moeten worden uitgevoerd
conform EN 60079-17 en/of nationale en lokale wet-
en regelgeving die van toepassing is op explosieve
atmosferen.
• Voordat u het apparaat inschakelt en na
werkzaamheden aan het apparaat moet u altijd
controleren of de beschermkap (12) volledig is
vastgeschroefd, of de O-ring (10) niet is beschadigd
en of de beveiligingsschroef (9) goed is vastgezet.
Controleer of alle onderdelen van de 496 onbeschadigd
zijn.Vervang in geval van schade de defecte onderdelen
door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Besteed speciale aandacht aan het volgende:
- Controleer het apparaat, de mechanische verbinding en
de algehele verhoudingen.
- Controleer de kabelwartel en de elektrische
aansluitingen.
- Controleer de toestand van de O-ring (10) van de
beschermkap (12) en de O-ring (7) van de as (11).
- Controleer of de as (11) niet versleten of beschadigd is.
- Als de as (11) verwijderd moet worden, zorg dan dat
de originele borgringen (8) teruggeplaatst worden.
Controleer of de behuizing en de as niet beschadigd
zijn.
Instrumenten die in de zones 20, 21 en 22 zijn
geïnstalleerd, moeten worden gereinigd om te voorkomen
dat stof zich op de muren ophoopt. Zie instructie §11.1 b
en c voor een veilige reiniging.
10. Bijzondere
bedrijfsomstandigheden
Op basis van de EU-richtlijn 2014/34/EU moet een training
worden gevolgd door degene die gewoonlijk apparaten
gebruikt in explosieve omgevingen.
Deze training wordt niet ondersteund door Dresser Produits
Industriels S.A.S.
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave