7.2 Elektrische aansluiting voor type
496-•57 of 496-•57/• en 496-•58
of 496-•58/•
De elektrische kabels worden rechtstreeks aangesloten
•
op de microschakelaar(s) of op het aansluitblok van de
naderingsschakelaar(s).
Sluit het apparaat aan op de aarding met behulp van
•
de aardingsaansluitingen die zich aan de binnen- en
buitenkant van de behuizing het apparaat bevinden.
Basisregel voor bedrading:
•
– Moet worden gebruikt in aanvulling op de lokale
regelgeving voor elektrische installatie
– Goedkeuring connectorsleuf:
– De isolatie mag niet beschadigd zijn langs
de draden in de behuizing
– De draden moeten voldoende zijn aangehaald om
tijdig constant contact te maken, maar zonder
de aansluiting te snijden of beschadigen.
7.4 Installatie en opstarten
7.4.1 Installatie
Een explosiebestendig instrument mag worden geïnstalleerd
in explosieve gas- en stofomgevingen van groepen IIA, IIB,
IIC en IIIC voor zones 1, 2, 21 en 22 met beschermingsmodus
"db" en "tb".
Opmerking:
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de installatie te controleren aan de hand van intrinsieke
veiligheidsregels, rekening houdend met de entiteitsparameters van alle apparaten in de lus, naast tijdelijke apparaten
zoals meetapparatuur.
5 | Baker Hughes
7.3 Elektrische aansluiting voor type
496-857 of 496-857/• en 496-858
of 496-858/•
Sluit de elektrische kabels aan op de aansluitblokken
van de standmelder op de printplaat. Houd rekening met
de plus- en minpolen en het maximaal toegestane vermogen.
Wanneer een standmelder is voorzien van een extra functie,
worden de elektrische kabels rechtstreeks aangesloten
op de microschakelaar(s) of op het aansluitblok van de
naderingsschakelaar(s).
Sluit het apparaat aan op de aarde met behulp van de
aardingsaansluitingen in de behuizing en aan de buitenkant
van het apparaat.
Basisregel voor bedrading:
•
– Moet worden gebruikt in aanvulling op de lokale
regelgeving voor elektrische installatie
– Goedkeuring connectorsleuf:
– De isolatie mag niet beschadigd zijn langs de
draden in de behuizing
– De draden moeten voldoende zijn aangehaald om
tijdig constant contact te maken, maar zonder de
aansluiting te snijden of beschadigen.
Intrinsiek veilig instrument mag worden geïnstalleerd
in explosieve gas- en stofomgevingen van groepen IIA, IIB,
IIC en IIIC voor zones 0, 1, 2, 20, 21 en 22 met
beschermingsmodus "ia".
Auteursrecht 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.