Verplaatsen van de maaier (niet aangekoppeld aan een tractor) mag alleen
gebeuren, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
maaigedeelte in de smalste stand, geheven en vergrendeld,
-
steunpoot in onderste stand en vergrendeld,
-
kruiskoppelingsas, indien gemonteerd, bevestigd aan het driepuntsframe.
De maaier kan (indien niet aangekoppeld aan een tractor) verplaatst worden met
behulp van het hijsoog op het maaigedeelte (zie pictogram op maaigedeelte)
Gebruik hiervoor een hijswerktuig met een hefvermogen dat groter of gelijk is dan de
massa van de maaier. Zie hiervoor het typeplaatje op de machine.
Plaats de maaier op een horizontale vaste ondergrond
Bij opslag van de maaier moeten de cilinders in geheel ingeschoven stand staan
vanwege het risico van beschadiging of corrosie. Wanneer dit niet mogelijk is moet de
verchroomde stang van de cilinders worden ingesmeerd met zuurvrije vaseline.
Voor winterberging verwijzen wij naar hoofdstuk 7.9.
5.
Controleer voor aankoppeling van de maaier of de op de machine vermelde
gegevens (zie afbeelding 5.1.), betreffende draairichting en toerental,
overeenstemmen met de draairichting en het toerental van de tractoraftakas.
Figuur 5.1
Toerental en
draairichting aftakas
5.1
Aankoppelen van de maaier aan de tractor
De Votex Frontmaster klepelmaaier kan aan tractors gemonteerd worden met een
front hefinrichting Cat. II.
Voor het aankoppelen gaat men als volgt te werk:
-
plaats de tractor zodanig achter de maaier, dat de trekstangen aan de
machine gekoppeld kunnen worden,
-
parkeer de tractor veilig, zie hoofdstuk 2.2
Blijf bij het bedienen van de hefinrichting buiten het hefbereik van de
driepuntsophanging.
In bedrijf stellen van de maaier.
Votex Frontmaster
13