Wagensystemen
Wageninstellingen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Wagengegevens
ESC- en ASR-systemen
Banden
Hulpsystemen
Parkeren en manoeuvreren
Licht
Ruitenwisser
Openen en sluiten
Instrumentenpaneel (multifunctionele weergave)
Tijd, datum en eenheden instellen
Service
Op fabrieksinstellingen terugzetten
Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen
ke aanwijzingen.
De instellingen van de wagensystemen kunnen alleen bij ingeschakeld contact
worden uitgevoerd.
Let op
De afzonderlijke systemen worden in het
■
beschreven.
Indien de functies van enkele systemen worden uitgeschakeld, worden na
■
het uit- en weer inschakelen van het contact enkele functies, bijvoorbeeld on-
derdelen van het ESC-systeem, om veiligheidsredenen automatisch weer inge-
schakeld.
» pagina
4, Belangrij-
»
Instructieboekje van de wagen
Wagengegevens
39
40
40
40
40
Afbeelding 20 Rijgegevens / wagenstatus
41
41
41
41
42
42
42
Hoofdmenu openen
›
Op de toets
→ drukken.
Weergegeven wagengegevens
Afgelegde afstand
A
Rijtijd
B
Gemiddelde snelheid
C
Gemiddeld brandstofverbruik
D
Actieradius
E
Weergave actieradius (indien de verwachte actieradius minder dan 300 km
F
bedraagt, beweegt de wagen langzaam in de richting van het symbool )
Wagenweergave (gekleurd weergegeven wagengedeelten duiden op
G
waarschuwingsmeldingen met betrekking tot deze wagengedeelten, na-
dat op de wagen is gedrukt worden waarschuwingsteksten weergegeven)
Rijgegevens - Weergave van de rijgegevens
■
Afbeelding 21
Bandenspanningscontrole -
Voorbeeldweergave: de band
linksvoor en de spanning ervan
controleren
» Afbeelding 20
Wagensystemen
39