DLP-projector - handleiding
Zijaanzicht—OSD-knoppen (On-screen Display)
I
L
TEM
1.
POWER
2.
INVOER
3.
AUTO SYNC
4.
BEELDVERHOUDINGEN
5.
LENS CENTREREN
6.
LEEG
7.
FOCUS +
8.
ZOOM +
9.
ZOOM -
10.
FOCUS -
11.
LENSVERSCHUIVING
12.
LENSVERSCHUIVING
13.
LENSVERSCHUIVING
14.
LENSVERSCHUIVING
15.
16.
AFSLUITEN
17.
ENTER
2 3
20
18
21
19
17
ABEL
Schakelt de projector in of uit.
Open het menu Bron.
Automatische aanpassing voor frequentie, fase en positie.
Toont de selecties voor de HOOGTE-BREEDTEVERHOUDING.
Om de lens te centreren en de lensverschuiving te kalibreren.
Opmerking: De lenspositie moet worden gekalibreerd voor een
nauwkeurige lensverschuiving na het installeren van de lens.
Centreer de lens elke keer nadat de lens is gemonteerd.
Maakt het scherm leeg
Stelt het geprojecteerde beeld scherp
Zoom het geprojecteerde beeld in.
Zoom het geprojecteerde beeld uit.
Stelt het geprojecteerde beeld scherp
Past de positie van het beeld verticaal aan.
Past de positie van het beeld horizontaal aan.
Past de positie van het beeld verticaal aan.
Past de positie van het beeld horizontaal aan.
Navigeer door en wijzig instellingen in het OSD.
Snelmenu – Voor Horizontale Trapezium.
Keer terug naar het vorige OSD-menu of sluit het
OSD-menu.
Sla het gemarkeerde OSD-menu-item op.
5
6
4
16
14
12
15
13
11
B
ESCHRIJVING
— 6 —
8
7
10
9
Z
:
IE PAGINA
17
24
24
24
24
24
24
24
24