5.6.
HYSTERESE
Hysterese – hysterese van de vloertemperatuur definieert tolerantie voor de maximum- en minimumtemperatuur. Het
instelbereik is 0,1-5°C.
Voorbeeld 1 - vloerbescherming
Maximale vloer temperatuur: 33°C
Wanneer de vloertemperatuur 33°C bereikt, wordt het relais uitgeschakeld. Bij een temperatuur van 31°C wordt hij weer
aangesloten.
Als de vloertemperatuur de vooraf ingestelde maximumtemperatuur overschrijdt, wordt het relais uitgeschakeld en wordt
de vloerverwarming uitgeschakeld. Het relais wordt weer ingeschakeld als de vloertemperatuur daalt tot de maximale
temperatuur minus hysterese.
Voorbeeld 2 – Comfort modus:
Minimale vloer temperatuur:23°C
Wanneer de vloertemperatuur 23°C bereikt, wordt het relais aangesloten. Bij een temperatuur van 25°C wordt hij weer
uitgeschakeld.
Als de vloertemperatuur onder de vooraf ingestelde minimumtemperatuur komt, wordt het relais aangesloten en wordt de
vloerverwarming ingeschakeld. Het relais wordt weer uitgeschakeld wanneer de vloertemperatuur de minimumtemperatuur
plus hysterese bereikt.
5.7.
KALIBRATIE
Kalibratie van de vloersensor moet worden uitgevoerd tijdens montage of nadat de regelaar gedurende lange tijd is gebruikt,
als de weergegeven buitentemperatuur afwijkt van de werkelijke temperatuur. Het instelbereik van de kalibratie is van -10°C
tot +10°C met een nauwkeurigheid van 0,1°C.
6.
HYSTERESE
Met deze functie kan de hysterese aangepast worden om zo een gunstigere schakelreactie te verkrijgen.
Met deze funtie is ongewenst schakelen te beinvloeden. Per 0,1 °C kan deze aangepast worden tussen de 0,1°C en 10°C.
7.
KALIBRATIE
Door kalibratie toe te passen kunnen afwijkingen in de sensor of thermostaat aangepast worden. Dit kan direct gebeuren
maar ook na langere tijd. Per 0,1 °C kan deze aangepast worden tussen de -10°C en +10°C.
8.
DRAADLOZE ACTOREN
8.1.
REGISTRATIE
Om draadloze actoren goed te laten werken moeten deze aangemeld worden. Hiervoor is het belangrijk om deze in de juiste
zone aan te melden. Let op er kunnen maar 6 motoren aangemeld worden per zone. Er kunnen zowel STT-868 als STT-869
worden aangemeld.
8.2.
KLEPAANDRIJVINGEN
Deze optie wordt gebruikt om de aandrijvingen STT-868 of STT-869 uit het geheugen van de controller te verwijderen.
Hysteresis: 2°C
Hysteresis: 2°C
21